24 juni 2021 12:21

Meten bedrijven hun kosten van schulden met aangiften vóór of na belasting?

De kosten van schulden kunnen het gemakkelijkst worden gedefinieerd als de rentetarieven die kredietverstrekkers aanrekenen op geleende middelen. Bij het vergelijken van vergelijkbare bronnen van vreemd vermogen, is deze definitie van kosten nuttig om te bepalen welke bron het minst kost.

Stel bijvoorbeeld dat twee verschillende banken overigens identieke zakelijke leningen aanbieden tegen rentetarieven van respectievelijk 4% en 6%. Als we de definitie van kapitaalkosten vóór belastingen gebruiken, is het duidelijk dat de eerste lening de goedkopere optie is vanwege de lagere rente.

Afhankelijk van de context van de berekening kijken bedrijven echter vaak naar de kosten van vreemd vermogen na belastingen om de impact ervan op de begroting nauwkeuriger in te schatten. Betalingen op schuldrente zijn doorgaans fiscaal aftrekbaar, dus het verwerven van schuldfinanciering kan de totale belastingdruk van een bedrijf zelfs verlagen.

De meest gebruikelijke toepassing van deze methode is de berekening van de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet (WACC). De WACC-formule wordt door bedrijven gebruikt om de gemiddelde kosten per dollar van al het kapitaal, zowel schulden als eigen vermogen, te bepalen, rekening houdend met het aandeel van het totale kapitaal dat elke bron vertegenwoordigt. In de WACC-formule worden de kosten van schulden berekend als

Door de kosten vóór belastingen van schulden (weergegeven door de rentevoet) te vermenigvuldigen met het omgekeerde van het belastingtarief, geeft deze formule een realistischer beeld van de kosten die nodig zijn om operaties met schulden te financieren.

Stel dat het vennootschapsbelastingtarief in het bovenstaande voorbeeld 30% is. De eerste lening heeft een vermogenskost na belastingen van 0,04 * (1 – 0,3), of 2,8%. De tweede lening heeft een kostprijs na belastingen van 0,06 * (1 – 0,3), of 4,2%. Het is duidelijk dat de berekening na belastingen geen invloed heeft op de oorspronkelijke beslissing om de eerste lening af te sluiten, aangezien dit nog steeds de goedkoopste optie is. Bij het vergelijken van de kosten van de lening met de kosten van eigen vermogen kan de integratie van het belastingtarief echter een wereld van verschil maken.