24 juni 2021 14:04

Vaste termijn

Wat is een vaste termijn?

Vaste term beschrijft een investeringsvehikel, meestal een soort schuldinstrument, dat een vaste investeringsperiode heeft. Bij een belegging op vaste termijn deelt de belegger zijn of haar geld voor een bepaalde periode en krijgt hij zijn of haar hoofdinvestering pas aan het einde van de investeringsperiode terugbetaald. In sommige gevallen is het mogelijk dat de belegger of emittent zich hier niet aan moet committeren, ook al staat er een vaste termijn op de belegging.

Inzicht in een vaste termijn

Een bekend voorbeeld van een belegging met een vaste looptijd is een termijndeposito waarin de belegger zijn of haar geld voor een bepaalde periode bij een financiële instelling deponeert en het geld niet kan opnemen tot het einde van de tijdsperiode, of in ieder geval niet zonder geconfronteerd met een boete voor vervroegde uittreding. De investeerder heeft zich voor het grootste deel gecommitteerd aan de vaste looptijd van dit financiële instrument.

Zodra een termijndeposito de vervaldatum bereikt of nadert, moet de belegger zijn of haar financiële instelling op de hoogte brengen om ofwel het geld te herinvesteren in een andere vaste termijnbelegging, ofwel de opbrengst in contanten op zijn of haar rekening te storten. Als de financiële instelling geen enkele vorm van kennisgeving ontvangt, rolt de opbrengst van het volwassen termijndeposito automatisch over naar een ander termijndeposito met dezelfde vaste looptijd als voorheen. Het rentetarief kan mogelijk lager zijn dan het vorige tarief, aangezien elke nieuwe storting wordt vastgesteld op het huidige tarief. Een termijndeposito is het tegenovergestelde van een direct opvraagbare deposito, waarbij de belegger op elk moment zijn of haar geld kan opnemen. Als prijs voor het gemak van opname op elk moment, betalen direct opvraagbare deposito’s over het algemeen lagere rentetarieven dan termijndeposito’s.

Belangrijkste leerpunten

  • Vaste term verwijst naar een financieel instrument waarin de fondsen van een belegger gedurende een vooraf bepaalde periode worden vergrendeld. Aan het einde van die periode krijgen beleggers hun hoofdsom terugbetaald.
  • Voorbeelden van vaste looptijden zijn onder meer termijndeposito’s en obligaties.
  • Afhankelijk van het type instrument kunnen beleggers al dan niet hun geld opnemen. In beide gevallen kunnen ze dit echter pas na een bepaalde periode doen.

Vaste voorwaarden en schuldinstrumenten

Vaste voorwaarden zijn ook van toepassing op schuldinstrumenten zoals obligaties en obligaties. Deze effecten worden uitgegeven met een vaste looptijd die zowel op korte, middellange als lange termijn kan zijn. De vaste looptijd of looptijd wordt vermeld in een obligatie-contract op het moment van uitgifte. In tegenstelling tot termijndeposito’s kunnen obligaties worden verkocht voordat ze vervallen. Met andere woorden, investeerders zijn niet gebonden aan de vaste looptijd van het effect.

Emittenten kunnen ook een obligatie met pensioen laten gaan voordat deze vervalt als de obligatie een ingebouwde call-optie heeft. De trustovereenkomst specificeert de termijn waarvoor een obligatie kan worden vastgesteld voordat een emittent deze aflost van obligatiehouders. Emittenten van opvraagbare obligaties zijn niet gebonden aan de vaste looptijd van de obligatie.

Voorbeelden van vaste voorwaarden

Stel dat een obligatie wordt uitgegeven met een looptijd van 20 jaar. Een belegger kan de obligatie 20 jaar aanhouden of kan de obligatie verkopen voordat de looptijd afloopt. De obligatie zal tot de vervaldatum op de secundaire markten worden verhandeld, waarna hij met pensioen gaat.

Veronderstel een ander geval waarin de vaste looptijd van een obligatie 20 jaar is en de beschermingstermijn zeven jaar kan zijn. Met andere woorden, de vaste looptijd van de call-protectie is zeven jaar en de beleggers krijgen gedurende zeven jaar een gegarandeerde periodieke rentebetaling op de obligatie. Zodra de looptijd van de oproepbescherming is verstreken, kan de emittent ervoor kiezen om zijn obligaties op de markt terug te kopen, ongeacht de algemene vaste looptijd van 20 jaar.