24 juni 2021 14:06

Vlakke opbrengstcurve

Wat is de vlakke opbrengstcurve?

De vlakke rentecurve is een rentecurve waarin er weinig verschil is tussen korte en lange rente voor obligaties met dezelfde kredietkwaliteit. Dit type afvlakking van de rentecurve wordt vaak gezien tijdens overgangen tussen normale en omgekeerde curves. Het verschil tussen een vlakke rentecurve en een normale rentecurve is dat een normale rentecurve omhoog loopt.

Inzicht in de vlakke opbrengstcurve

Wanneer korte en langlopende obligaties een gelijkwaardig rendement bieden, levert het doorgaans weinig voordeel op om het langerlopende instrument aan te houden; de belegger krijgt geen extra vergoeding voor de risico’s die verbonden zijn aan het aanhouden van effecten op langere termijn. Als de rentecurve afvlakt, geeft dit aan dat het renteverschil tussen langlopende en kortlopende obligaties afneemt. Een vlakke rentecurve op Amerikaanse staatsobligaties is er bijvoorbeeld een waarin het rendement op een tweejarige obligatie 5% is en het rendement op een 30-jarige obligatie 5,1%.

Een afvlakkende rentecurve kan het gevolg zijn van het feit dat de lange rente meer daalt dan de korte rente of dat de korte rente sterker stijgt dan de lange rente. Een vlakke rentecurve is doorgaans een indicatie dat beleggers en handelaren zich zorgen maken over de macro-economische vooruitzichten. Een van de redenen waarom de rentecurve kan afvlakken, is dat marktdeelnemers kunnen verwachten dat de inflatie zal afnemen of dat de Federal Reserve de Federal Funds-rente op korte termijn zal verhogen.

Als de Federal Reserve bijvoorbeeld haar kortetermijndoelstelling gedurende een bepaalde periode verhoogt, kan de langetermijnrente stabiel blijven of stijgen. De korte rente zou echter stijgen. Bijgevolg zou de helling van de rentecurve afvlakken naarmate de korte rente sterker stijgt dan de lange rente.

Belangrijkste leerpunten

  • Een afvlakkende rentecurve is wanneer kortlopende en langlopende obligaties geen waarneembare renteverandering zien. Dit maakt langlopende obligaties minder aantrekkelijk voor beleggers.
  • Zo’n curve kan worden beschouwd als een psychologische marker, een die zou kunnen betekenen dat beleggers hun vertrouwen in het groeipotentieel van een langetermijnmarkt verliezen.
  • Een manier om een ​​afvlakkende rentecurve te bestrijden, is door gebruik te maken van een zogenaamde Barbell-strategie, waarbij een portefeuille wordt uitgebalanceerd tussen langlopende en kortlopende obligaties. Deze strategie werkt het beste wanneer de obligaties met bepaalde tussenpozen “laddered” of verspringend zijn.

Speciale overweging: de Barbell-strategie

De barbell-strategie kan beleggers ten goede komen in een omgeving met een afvlakkende rentecurve of als de Federal Reserve de Federal Funds-rente wil verhogen. De barbell-strategie kan echter ondermaats presteren wanneer de rentecurve steiler wordt. De barbell-strategie is een beleggingsstrategie die kan worden gebruikt bij het beleggen en verhandelen van vastrentende waarden. In een barbell-strategie bestaat de helft van een portefeuille uit langlopende obligaties, terwijl de rest uit kortlopende obligaties bestaat.

Stel dat de rentevreiding 8% is, en een belegger gelooft dat de rentecurve zal afvlakken. De belegger zou de helft van de vastrentende portefeuille kunnen toewijzen aan US Treasury 10-jarige notes en de andere helft aan US Treasury 2-year notes. Daarom heeft de belegger enige flexibiliteit en kan hij reageren op veranderingen op de obligatiemarkten. De portefeuille kan echter aanzienlijk dalen als de langetermijnrente snel stijgt, wat te wijten is aan de looptijd van langetermijnobligaties.