24 juni 2021 14:09

Stroom van kosten

Wat is een kostenstroom?

Kostenstroom verwijst naar de manier of het pad waarop kosten door een bedrijf gaan. Doorgaans is de kostenstroom relevant bij productiebedrijven, waarbij accountants moeten kwantificeren welke kosten er zijn in grondstoffen, onderhanden werk, voorraad gereed product en kosten van verkochte goederen.

De kostenstroom is niet alleen van toepassing op de voorraad, maar ook op factoren in andere processen waaraan kosten zijn verbonden, zoals arbeid en overhead.

Inzicht in de kostenstroom

Het proces van de kostenstroom begint met het waarderen van de grondstoffen die bij de fabricage worden gebruikt. De kostenstroom wordt vervolgens verplaatst naar de inventaris van het onderhanden werk. De kosten van de machines en arbeid die bij de productie zijn betrokken, worden toegevoegd, evenals eventuele overheadkosten. De kostenstroom gaat vervolgens naar de voorraadfase waar de afgewerkte goederen worden opgeslagen totdat ze worden verkocht. Na de verkoop van de goederen verschuift de kostenstroom uiteindelijk naar de kosten van de verkochte goederen.

Er zijn verschillende methoden om de kostenstroom te verantwoorden. Deze omvatten LIFO (last in, first out), FIFO (first in, first out), specifieke identificatie en gewogen gemiddelde kosten. De kosten van grondstoffen kunnen bijvoorbeeld in de loop van de tijd variëren, waarbij sommige hoger in prijs zijn dan andere. Nadat de goederen zijn verkocht, moet het bedrijf de kosten van de verkochte goederen verantwoorden door de items uit de voorraad te halen naar COGS.

Volgens de FIFO-methode zou de eerste aangekochte grondstof uit de voorraad worden gehaald en als kosten in rekening worden gebracht bij COGS. Omgekeerd, als het bedrijf de LIFO-methode zou gebruiken, zou de laatste eenheid gekochte grondstoffen uit de voorraad worden gehaald en als kosten aan COGS in rekening worden gebracht.

Met andere woorden: bij de LIFO-methode worden de oudste grondstoffen langer bewaard of geregistreerd, terwijl FIFO de recent aangekochte materialen op voorraad laat. Bedrijven moeten dezelfde kostenstroomberekeningen en aannames gebruiken.

Volgens US GAAP (algemeen aanvaarde boekhoudprincipes) financiële rapportagestandaarden moeten bedrijven die de LIFO-methode gebruiken, het verschil tussen die methode en FIFO rapporteren in een regel met de naam LIFO-reserve. Hierdoor kunnen analisten bedrijven gemakkelijk vergelijken op basis van verschillende aannames over de kostenstroom.

Voorbeeld van kostenstroom

Ford Motor Company produceert bijvoorbeeld auto’s en vrachtwagens. Het bedrijf moet grondstoffen kopen om de auto’s te produceren die het verkoopt, wat het begin markeert van de kosten van autoproductie. Vervolgens zijn er de kosten om werknemers te betalen om de lopende band te laten draaien, wat bijdraagt ​​aan de kosten van de grondstoffen. De kosten om de machines te bedienen en de kosten die verband houden met het gebouw waar de machines zich bevinden, worden ook in de kostenstroom opgenomen.