24 juni 2021 22:50

Gereguleerde markt

Wat is een gereguleerde markt?

Een gereglementeerde markt is een markt waarop overheidsinstanties of, minder gebruikelijk, de industrie of arbeidsgroepen een niveau van toezicht en controle uitoefenen. Marktregulering wordt vaak gecontroleerd door de overheid en houdt in dat wordt bepaald wie de markt kan betreden en welke prijzen zij mogen rekenen. De primaire functie van de overheid in een markteconomie is het reguleren en bewaken van het financiële en economische systeem.

Hoe een gereguleerde markt werkt

Regelgeving beperkt de vrijheid van marktdeelnemers of verleent hun bijzondere privileges. Regelgeving omvat regels over hoe goederen en diensten op de markt kunnen worden gebracht; welke rechten consumenten hebben om restitutie of vervanging te eisen; veiligheidsnormen voor producten, werkplekken, voedsel en medicijnen; beperking van milieu- en sociale effecten; en het niveau van zeggenschap dat een bepaalde deelnemer mag hebben over een markt.



De FDA, SEC en EPA zijn voorbeelden van Amerikaanse regelgevende instanties.

Oude beschavingen legden de markten rudimentaire regels op door maten en gewichten te standaardiseren en door diefstal en fraude te straffen. Sinds die tijd zijn de regels meestal opgelegd door regeringen, met uitzonderingen: middeleeuwse gilden waren handelsorganen die de toegang tot bepaalde beroepen strikt controleerden en de vereisten en normen definieerden voor het uitoefenen van die beroepen. Vanaf de 20e eeuw hebben arbeidsgroepen vaak een min of meer officiële rol gespeeld bij het reguleren van bepaalde markten.

Voorbeelden van regelgevende instanties in de VS zijn de Food and Drug Administration, de Securities and Exchange Commission en de Environmental Protection Agency. Deze agentschappen ontlenen hun autoriteit en hun basiskaders voor regulering aan wetgeving die door het Congres is aangenomen, maar ze maken deel uit van de uitvoerende macht en het Witte Huis benoemt hun leiders. Ze zijn vaak belast met het opstellen van de regels en voorschriften die ze afdwingen, gebaseerd op het idee dat het Congres de tijd, middelen of expertise mist om voor elke instantie regelgeving te schrijven.

Argumenten voor en tegen gereguleerde markten

Voorstanders van een bepaalde verordening – of regelgevende regimes in het algemeen – noemen de voordelen voor de samenleving in het algemeen. Voorbeelden hiervan zijn het beperken van het vermogen van mijnbouwbedrijven om waterwegen te vervuilen, het verbieden van huiseigenaren om te discrimineren op basis van ras of religie, en het verlenen van creditcardgebruikers het recht om kosten te betwisten.

Regelgeving is echter niet altijd puur heilzaam, en hun beweegredenen zijn ook niet altijd puur altruïstisch. Vakbonden hebben bijvoorbeeld met succes gelobbyd voor regelgeving die hun leden exclusieve toegang tot bepaalde banen verleent. Zelfs goedbedoelde regelgeving kan onbedoelde gevolgen hebben. Lokale inhoudseisen worden vaak opgelegd ten voordele van de binnenlandse industrie. Een overheid kan bijvoorbeeld eisen dat auto’s of elektronica die in het land worden verkocht, een bepaald aandeel lokaal vervaardigde onderdelen bevatten. Deze regels slagen er niet noodzakelijkerwijs in om de lokale productie te voeden, maar leiden vaak tot letter-of-the-law workarounds (componenten gemaakt in volledig bemande fabrieken elders en geassembleerd door een handvol werknemers in het land) of zwarte markten.

Sommige voorstanders van vrije markten beweren dat alles wat de meest elementaire regelgeving overtreft inefficiënt, duur en misschien oneerlijk is. Sommigen beweren dat zelfs een bescheiden minimumloon de werkloosheid verhoogt door bijvoorbeeld een toetredingsdrempel voor laaggeschoolde en jonge werknemers op te werpen. Voorstanders van het minimumloon halen historische voorbeelden aan waarin zeer winstgevende bedrijven lonen betaalden die werknemers niet eens een basislevensstandaard verschaften, met het argument dat loonregulering de uitbuiting van kwetsbare werknemers vermindert.