24 juni 2021 22:57

Relatief rendement

Wat is relatief rendement?

Het relatieve rendement is het rendement dat een activum in een bepaalde periode behaalt in vergelijking met een benchmark. Het relatieve rendement is het verschil tussen het rendement van het activum en het rendement van de benchmark. Relatief rendement wordt ook wel alpha genoemd in de context van actief portefeuillebeheer.

Dit staat in contrast met absoluut rendement, dat in vergelijking met iets anders niet wordt gerapporteerd.

Hoe Relative Return werkt

Het relatieve rendement is belangrijk omdat het een manier is om de prestaties te meten van actief beheerde fondsen, die een hoger rendement zouden moeten opleveren dan de markt. Concreet is het relatieve rendement een manier om de prestaties van een fondsbeheerder te meten. Een belegger kan bijvoorbeeld altijd een indexfonds kopen dat een lage beheerskostenratio (MER) heeft en het marktrendement garandeert.

Het relatieve rendement wordt meestal gebruikt bij het beoordelen van de prestaties van een beheerder van een beleggingsfonds. Beleggers kunnen het relatieve rendement gebruiken om te begrijpen hoe hun beleggingen presteren ten opzichte van verschillende marktbenchmarks.

Net als bij alfa is relatief rendement het verschil tussen beleggingsrendement en het rendement van een benchmark. Er zijn een aantal factoren waarmee een belegger rekening moet houden bij het gebruik van relatief rendement. Veel fondsbeheerders die hun prestaties meten aan de hand van relatieve rendementen, leunen doorgaans op bewezen markttrends om hun rendement te behalen. Ze voeren een globale en gedetailleerde economische analyse uit van specifieke bedrijven om de richting van een bepaald aandeel of grondstof te bepalen voor een tijdlijn die zich doorgaans een jaar of langer uitstrekt.

Belangrijkste leerpunten

  • Het relatieve rendement is het rendement dat een activum in een bepaalde periode behaalt in vergelijking met een benchmark. 
  • Het relatieve rendement is belangrijk omdat het een manier is om de prestaties te meten van actief beheerde fondsen, die een hoger rendement zouden moeten opleveren dan de markt.
  • Net als bij alfa is het relatieve rendement het verschil tussen het beleggingsrendement en het rendement van een benchmark.

Overwegingen bij het relatieve rendement

Transactiekosten en standaard- versus totaalrendementsberekeningen kunnen de observaties van het relatieve rendement beïnvloeden. Transactiekosten kunnen een belangrijke factor zijn voor beleggers die te maken hebben met dure tussenpersonen. Transactiekosten zijn vaak nadelig voor de prestaties van een fonds. Het gebruik van standaard- versus totaalrendement kan ook een factor zijn, aangezien het standaardrendement mogelijk geen uitkeringen omvat en het totale rendement wel.

Transactiekosten

Transactiekosten kunnen een aanzienlijke invloed hebben op het relatieve rendement van een fonds. Het Oppenheimer Global Opportunities Fund is bijvoorbeeld een best presterend actief beheerd fonds. Op 30 september 2017 presteerde het rendement over één jaar aanzienlijk beter dan de MSCI All Country World Index. Het Fonds biedt rendementsrendementen met en zonder verkoopkosten, wat een voorbeeld is van de effecten die transactiekosten kunnen hebben op het relatieve rendement. Over de periode van één jaar tot en met 30 september 2017 hadden de Klasse A-aandelen van het Fonds een rendement van 30,48% zonder verkoopkosten. Met verkoopkosten was het rendement over één jaar 22,97%. Met en zonder verkoopkosten presteerde het fonds beter dan het rendement op jaarbasis van 18,65% van de benchmark. Om transactiekosten te beperken en het relatieve rendement te verhogen, zou een belegger mogelijk aandelen van het Fonds kunnen kopen via een discount brokerage-platform.

Totale teruggave

Om de vergelijking van het relatieve rendement te helpen vergroten, kan een belegger ook het totaalrendement gebruiken dat rekening houdt met de uitkeringen van het fonds bij zijn rendementsberekeningen. Sommige standaardrendementsberekeningen omvatten geen distributies en kunnen daarom het relatieve rendement verlagen.

Fondskosten

Fondskosten zijn een andere factor die het relatieve rendement kan beïnvloeden. Fondsvergoedingen zijn onvermijdelijk en moeten jaarlijks door de aandeelhouders van het fonds collectief worden betaald. Beleggingsmaatschappijen nemen deze vergoedingen als verplichtingen op in hun berekening van de intrinsieke waarde. Daarom hebben ze invloed op de intrinsieke waarde (NAV) van het fonds waarvoor het rendement wordt berekend.

Passieve onderlinge fondsen illustreren dit in hun rendement. Beleggers kunnen verwachten dat het relatieve rendement van een passief beleggingsfonds iets lager zal zijn dan het benchmarkrendement als gevolg van operationele kosten.

Absoluut rendement versus relatief rendement

Weten of een fondsbeheerder of makelaar het goed doet, kan voor sommige beleggers een uitdaging zijn. Het is moeilijk om te definiëren wat goed is, omdat het afhangt van hoe de rest van de markt heeft gepresteerd.

Absoluut rendement  is simpelweg wat een activum of portefeuille in een bepaalde periode heeft geretourneerd. Het relatieve rendement is daarentegen het verschil tussen het absolute rendement en het rendement van de markt (of andere vergelijkbare investeringen), dat wordt gemeten door een benchmark of index, zoals de S&P 500. Relatief rendement wordt ook wel alpha genoemd..

Absoluut rendement zegt op zichzelf niet veel. U moet naar het relatieve rendement kijken om te zien hoe het rendement van een investering zich verhoudt tot andere vergelijkbare investeringen. Als u eenmaal een vergelijkbare benchmark heeft om het rendement van uw investering te meten, kunt u een beslissing nemen of uw investering het goed of slecht doet en dienovereenkomstig handelen.

Voorbeeld van een relatief rendement

Een manier om naar absoluut rendement versus relatief rendement te kijken, is in de context van een marktcyclus, zoals bull vs. bear. in een  bullmarkt zou 2 procent als een vreselijk rendement worden gezien. Maar in een  bearmarkt, waar veel investeerders wel 20 procent lager kunnen zijn, zou het behouden van je kapitaal als een triomf worden beschouwd. In dat geval ziet een rendement van 2 procent er niet zo slecht uit. De waarde van het rendement verandert op basis van de context.

In dit scenario zou de 2 procent die we noemden het absolute rendement zijn. Als een beleggingsfonds vorig jaar 8 procent zou teruggeven, dan zou die 8 procent het absolute rendement zijn. Vrij simpele dingen.

Relatief rendement is de reden waarom een ​​rendement van 2 procent slecht is in een bullmarkt en goed in een bearmarkt. Het gaat hierbij niet om de hoogte van het rendement zelf, maar om wat het rendement is ten opzichte van een benchmark of de bredere markt.