25 juni 2021 4:59

IBAN versus SWIFT-code: wat is het verschil?

Internationaal bankrekeningnummer (IBAN) vs. SWIFT-code (Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication): een overzicht

Er zijn twee internationaal erkende, gestandaardiseerde methoden om bankrekeningen te identificeren wanneer een bankoverschrijving wordt gedaan van het ene land naar het andere: een International Bank Account Number (IBAN) en een Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication (SWIFT) -code. Het belangrijkste verschil tussen de twee methoden ligt in de informatie die de codes overbrengen.

Een SWIFT-code wordt gebruikt om een ​​specifieke bank te identificeren tijdens een internationale transactie, terwijl een IBAN wordt gebruikt om een ​​individuele rekening te identificeren die betrokken is bij de internationale transactie. Zowel SWIFT-codes als IBAN’s zijn essentiële componenten van het proces waarmee individuen geld naar het buitenland kunnen overmaken, en ze spelen allebei een essentiële rol in de goede werking van de internationale financiële markt.

Belangrijkste leerpunten

  • Internationale bankrekeningnummers (IBAN’s) en Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication (SWIFT) -codes vergemakkelijken internationale geldovermakingen.
  • Een Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication (SWIFT) -code wordt gebruikt om een ​​specifieke bank te identificeren tijdens een internationale transactie.
  • Een internationaal bankrekeningnummer (IBAN) wordt gebruikt om een ​​individuele rekening te identificeren die bij de internationale transactie is betrokken.

Internationaal bankrekeningnummer (IBAN)

Een IBAN zorgt voor een gemakkelijke identificatie van het land waar de bank is gevestigd en het rekeningnummer van de ontvanger van de overboeking. Het IBAN fungeert ook als een methode om te controleren of de transactiegegevens correct zijn. Het nummer begint met een tweecijferige landcode, vervolgens twee cijfers, gevolgd door maximaal vijf derde alfanumerieke tekens.

Deze methode van controle en identificatie wordt gebruikt in de meeste landen van de Europese Unie en andere Europese landen.

In 1997 ontwikkelde de Internationale Organisatie voor Standaardisatie (ISO) – een internationale normalisatie-instelling bestaande uit vertegenwoordigers van verschillende nationale normalisatieorganisaties – voor het eerst een systeem van standaardisatie voor IBAN’s. Er werd echter bezorgdheid geuit, voornamelijk door de European Committee for Banking Standards (ECBS) – nu de European Payments Council, het besluitvormings- en coördinatieorgaan van de Europese bankensector – dat er te veel flexibiliteit was binnen de voorgestelde standaarden. De herwerkte versie van de standaard bevatte een uitspraak die vereiste dat het IBAN voor elk land een vaste lengte had. Het bepaalde ook dat alleen hoofdletters in het IBAN mochten worden gebruikt.1

Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication 

(Swift code

Het Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication (SWIFT) -systeem is een berichtennetwerk dat financiële instellingen gebruiken om veilig informatie en instructies te verzenden via een gestandaardiseerd codesysteem. Het werd opgericht in 1973. Het SWIFT-systeem kent aan elke financiële organisatie een unieke code toe van 8 of 11 karakters. 

Het blijft de methode waarmee de meeste internationale geldovermakingen worden gedaan. Een van de belangrijkste redenen hiervoor is dat het SWIFT-berichtensysteem banken in staat stelt een aanzienlijke hoeveelheid financiële gegevens te delen, waaronder de status van de rekening, debet- en creditbedragen en details met betrekking tot de geldoverdracht.

Toegang hebben tot beide identificatiegegevens – SWIFT-codes en IBAN’s – is essentieel voor een snelle en succesvolle internationale overschrijving. De identificatie die de bank vereist, is afhankelijk van de bank die wordt gebruikt, de bank van de ontvanger en de landen waar de overboeking vandaan komt en is ontvangen. Maar zonder beide neemt de kans op een succesvolle overdracht aanzienlijk af.

Speciale overwegingen

Vóór de introductie van deze identificatiemethoden waren er geen internationaal erkende, gestandaardiseerde methoden om bankrekeningen te identificeren. De informatie die een land gebruikte om de bank en individuele rekeningen van het uitzendende land te identificeren, werd niet noodzakelijk erkend door het ontvangende land.

Door het ontbreken van een standaardpraktijk was er geen manier om ervoor te zorgen dat de ingevoerde informatie correct was. Als gevolg hiervan zouden in theorie betalingen kunnen worden gedaan aan de verkeerde mensen of organisaties. Evenzo konden betalingen worden uitgesteld terwijl de identificatiegegevens werden bevestigd. Gemiste, vertraagde en foutieve betalingen veroorzaakten extra kosten voor zowel verzendende als ontvangende banken.

De introductie van deze identificatiemethoden was cruciaal om het proces van internationale geldoverdrachten te stroomlijnen.