25 juni 2021 3:45

Hoe nut in economie te meten

Het is moeilijk om een ​​kwalitatief concept als nut te meten, maar economen proberen het op twee verschillende manieren te kwantificeren: kardinaal nut en ordinaal nut. Beide waarden zijn onvolmaakt, maar ze vormen een belangrijke basis voor het bestuderen van de keuze van de consument.

In de economie betekent nut simpelweg de voldoening die een consument ervaart van een product of dienst. Nut is een belangrijke factor bij de besluitvorming en productkeuze, maar vormt een probleem voor economen die proberen het in micro-economische modellen op te nemen. De bruikbaarheid varieert tussen de consumenten voor hetzelfde product en kan worden beïnvloed door andere factoren, zoals de prijs en de beschikbaarheid van alternatieven.

Kardinaal Utility

Kardinaal hulpprogramma is de toewijzing van een numerieke waarde aan hulpprogramma. Modellen die kardinaal nut bevatten, gebruiken de theoretische eenheid van nut, de utiliteit, op dezelfde manier als elke andere meetbare grootheid wordt gebruikt. Met andere woorden, een mand met bananen kan een consument een nut van 10 opleveren, terwijl een mand met mango’s een nut van 20 kan opleveren.

Het nadeel van kardinaal nut is dat er geen vaste schaal is om vanaf te werken. Het idee van 10 utils is op zichzelf zinloos, en de factoren die het aantal beïnvloeden, kunnen sterk verschillen van de ene consument tot de andere. Als een andere consument bananen een gebruikswaarde van 15 geeft, wil dat nog niet zeggen dat hij 50% van bananen houdt dan de eerste consument. De implicatie is dat er geen manier is om nut tussen consumenten te vergelijken.

Marginaal nut verminderen

Een belangrijk concept had betrekking op kardinaal nut, de wet van afnemend marginaal nut, die stelt dat op een bepaald punt elke extra eenheid van een goed steeds minder nut zal verschaffen. Hoewel een consument zijn eerste mandje bananen een waarde van 10 benut zou kunnen toekennen, kan het extra nut van elke nieuwe mand na verschillende mandjes aanzienlijk afnemen. De waarden die aan elke extra mand worden toegewezen, kunnen worden gebruikt om het punt te vinden waarop het nut wordt gemaximaliseerd of om de vraagcurve van een klant te schatten.

Een alternatieve manier om nut te meten is het concept van ordinaal nut, dat rangschikkingen gebruikt in plaats van waarden. Het voordeel is dat de subjectieve verschillen tussen producten en tussen consumenten worden geëlimineerd en dat het enige dat overblijft zijn de gerangschikte voorkeuren. De ene consument houdt misschien meer van mango’s dan van bananen, en een ander geeft misschien de voorkeur aan bananen boven mango’s. Dit zijn vergelijkbare, zij het subjectieve, voorkeuren.

Utility wordt gebruikt bij de ontwikkeling van onverschilligheidscurves, die de combinatie vertegenwoordigen van twee producten die een bepaalde consument gelijk en onafhankelijk van prijs waardeert. Een consument kan bijvoorbeeld even blij zijn met drie bananen en één mango of één banaan en twee mango’s. Dit zijn dus twee punten op de onverschilligheidscurve van de consument.