24 juni 2021 16:19

Vergelijking van de marginale neiging om te consumeren: VS versus de wereld

De keynesiaanse macro-economische theorie. In de Verenigde Staten is het meestal hoger dan in veel andere landen over de hele wereld. Dit betekent ook dat Amerikanen de neiging hebben om minder te sparen dan de burgers van andere landen.

Belangrijkste leerpunten

  • De marginale neiging om te consumeren (MPC) is een maatstaf voor de mate van gezinsuitgaven.
  • MPC is gelijk aan het deel van het nieuw verdiende inkomen dat aan consumptie wordt besteed in plaats van aan bespaard.
  • Historisch gezien hebben de VS een relatief hogere MPC gehad dan andere landen, en dus een lagere spaarquote.

Marginale neiging om te consumeren

Economen en statistici schatten de marginale neiging om in de Verenigde Staten te consumeren vaak rond de 5 procent.   Dit is anders dan de gemiddelde neiging tot consumptie (APC), die in de Verenigde Staten lager is dan in veel landen. Terwijl APC het deel van alle inkomsten meet dat voor consumptie wordt gebruikt, meet MPC de verandering in consumptie bij een verandering in inkomen.

Stel dat u een bonus van $ 1.000 ontvangt bovenop uw normale jaarinkomsten. Je hebt ineens een positieve verandering in inkomen van $ 1.000 dan voorheen. Als u besluit om $ 400 van deze marginale stijging van het inkomen te besteden aan een nieuwe reeks en de resterende $ 600 te sparen, is uw marginale neiging om te consumeren 0,40 ($ 400 gedeeld door $ 1.000).

Dit hogere consumptieniveau in verhouding tot het nieuwe inkomen is een goed bestudeerd fenomeen en heeft een sleutelrol gespeeld in het economisch beleid, zoals bij het uitwerken van belastingverlagingen en het lage rentebeleid in de jaren negentig en midden jaren 2000. In feite onderstreept de marginale neiging om cijfers te consumeren in feite de gewoonten van Amerikanen die veel geld besteden, omdat ze creditcards en kredietlijnen voor eigen vermogen negeren.

Variaties in MPC

Er wordt vaak gespeculeerd dat de marginale neiging om te consumeren hoger is voor armere individuen dan voor rijke individuen.  Dit komt doordat fysieke basisgemakken, zoals voedsel, onderdak, kleding en amusement, een groter deel uitmaken van het inkomen van een arme persoon. Deze neiging is niet universeel onder mensen of landen. Sommige rijke landen, zoals Japan en Duitsland, hebben een relatief lage marginale neiging om te consumeren. Evenzo hebben veel arme Afrikaanse en Aziatische landen een relatief hoge marginale neiging tot consumeren.

De Verenigde Staten zijn echter een uniek geval. Aangezien de Amerikaanse dollar de facto eenreservevaluta is voor veel centrale banken, kunnen Amerikanen in wezen dollars verhandelen voor goedkope buitenlandse goederen zonder ooit een gelijkwaardige hoeveelheid goederen in ruil daarvoor te hoeven produceren. Dit betekent dat de Amerikaanse spaarquote kunstmatig laag kan zijn.

VS versus rest van de wereld

De OESO houdt de geschatte MPC van een land bij, zodat we kunnen vergelijken hoe de VS gemiddeld nieuwe inkomsten uitgeeft in vergelijking met andere landen.