24 juni 2021 18:24

Kenneth Arrow

Wie is Kenneth Arrow?

Kenneth Arrow was een Amerikaanse neoklassieke econoom die in 1972 samen met John Hicks de Nobelprijs voor de Memorial Prize in Economics won voor zijn bijdragen aan de algemene evenwichtsanalyse en de welvaartseconomie. Arrow’s onderzoek heeft ook de sociale keuzetheorie, endogene groeitheorie, collectieve besluitvorming, de economie van informatie en de economie van rassendiscriminatie, naast andere onderwerpen onderzocht.

Kenneth Arrow begrijpen

Kenneth Arrow, geboren in 1921 in New York City, doceerde aan Stanford University, Harvard en de University of Chicago. Hij behaalde zijn Ph. D. van Columbia University, met een proefschrift waarin zijn stelling werd besproken, de General Impossibility Theorem. Arrow bepaalde in deze stelling dat de resultaten niet eerlijk konden worden bepaald tijdens een verkiezing. Dat komt omdat, zo stelde hij, geen ideale stemmethoden bestonden als er meer dan twee kandidaten zijn die aan bepaalde criteria proberen te voldoen. Arrow schetste de criteria als volgt:

  1. Non-dictatuur : één persoon zou niet de doorslaggevende factor moeten zijn. Dit betekent dat met ieders wensen rekening moet worden gehouden.
  2. Individuele soevereiniteit : kiezers moeten de mogelijkheid hebben om hun keuzes op elke gewenste manier te ordenen. Ze moeten ook kunnen markeren als ze zich onbeslist voelen of als er een gelijkspel is.
  3. Unanimiteit : als elk individu de voorkeur geeft aan de ene kandidaat boven de andere, dan zou de groepsrangschikking hetzelfde moeten doen.
  4. Vrijheid en onafhankelijkheid van irrelevante alternatieven : als een optie wordt verwijderd, zouden de resultaten voor de andere niet moeten veranderen. Dus als de eerste kandidaat aan de leiding is en de derde kandidaat valt af, moet de eerste kandidaat de tweede nog steeds voor zijn.
  5. Uniekheid van groepsrang : ongeacht de voorkeuren zou het resultaat hetzelfde moeten zijn.

De toepassing van Arrow’s algemene onmogelijkheidsstelling gaat verder dan democratie en verkiezingsresultaten. Het is ook gebruikt voor zowel welvaartseconomie als (sociale) rechtvaardigheid. Het is ook in verband gebracht met de liberale paradox, die werd ontwikkeld door econoom Amartya Sen. Volgens Sen en zijn paradox is er over het algemeen een conflict tussen de distributie van goederen en diensten in een samenleving en individuele vrijheid in die zin dat beide niet kunnen bestaan ​​op de lange termijn. dezelfde tijd.

Arrow publiceerde later een boek over hetzelfde onderwerp. Arrow staat ook bekend als een van de eerste economen die de leercurve herkende.

Erfenis van Kenneth Arrow

Het belang van Arrows theoretische inzicht heeft zijn belang in de afgelopen decennia bewezen, maar hij voerde aan dat zijn conclusies over de werking van concurrerende markten alleen klopten onder ideale – dat wil zeggen onrealistische – aannames. Zijn aannames sloten bijvoorbeeld het bestaan ​​van effecten van derden uit. Een voorbeeld van een dergelijk effect is het idee dat de verkoop van een product door Harry aan Joe het welzijn van Sally niet zou beïnvloeden. Deze aanname wordt in de echte wereld echter routinematig geschonden door bijvoorbeeld de verkoop van producten die schadelijk zijn voor het milieu.

Arrows latere onderzoek vertaalde eenvoudige ideeën in elegante wiskunde, die andere economen in onverwachte richtingen uitbreidden. Een van die begrippen was ‘leren door te doen’, een idee dat Arrow in de vroege jaren zestig onderzocht. Het basisidee was dat hoe meer een bedrijf produceerde, hoe slimmer het werd. Tientallen jaren later namen economen dit idee op in geavanceerde theorieën over ‘endogene groei’, die stellen dat economische groei afhangt van intern bedrijfsbeleid dat innovatie en onderwijs bevordert.

Kenneth Arrow stierf op 21 februari 2017.