Prima facie
Wat is Prima Facie?
Prima facie is een juridische claim die voldoende bewijs heeft om tot een proces of oordeel over te gaan. In het Latijn betekent prima facie “op het eerste gezicht” of “op het eerste gezicht”.
Belangrijkste leerpunten
- Prima facie verwijst naar een zaak waarin bewijsmateriaal voorafgaand aan het proces door een rechter werd beoordeeld en vaststelde dat het voldoende was om het proces te rechtvaardigen.
- Prima facie wordt doorgaans gebruikt in civiele zaken, waarbij de bewijslast bij de eiser ligt.
- Het feit dat een zaak op het eerste gezicht is beslist, betekent echter niet dat de eiser zal winnen.
Prima Facie begrijpen
Bij civiele procedures dient een contract heeft geschonden nadat hij een bestelling niet heeft geleverd en dat het niet leveren ertoe heeft geleid dat het bedrijf klanten verliest. De klacht die bij de rechtbank is ingediend, geeft achtergrondinformatie over de reden voor de rechtszaak, wat het letsel was en hoe de verdachte mogelijk heeft bijgedragen aan het ontstaan van dit letsel. Alvorens voor de rechter te verschijnen, moet de rechtbank bepalen of de zaak voldoende verdienste heeft om voor de rechtbank te worden berecht. Bij een eerste onderzoek van de claim tijdens een hoorzitting voorafgaand aan het proces, kan een rechter vaststellen dat er voldoende bewijs is om een zaak te ondersteunen. De zaak wordt dus prima facie beschouwd.
Zelfs als een prima facie-zaak voor de rechter mag komen, is het niet gegarandeerd dat de eiser de rechtszaak wint. Burgerlijke rechtszaken leggen de bewijslast bij de eiser, en alleen als de eiser in staat is om een overwicht aan bewijs te leveren, zal de rechtbank de claim als geldig beschouwen. Als de eiser onvoldoende bewijs heeft ter ondersteuning van zijn bewering dat de verdachte letsel heeft veroorzaakt, zal de rechtbank waarschijnlijk een oordeel vellen over de eiser en de zaak afwijzen. In sommige gevallen hoeft de rechtbank alleen te beoordelen of een zaak prima facie is of niet, waarbij de vaststelling van prima facie voldoende is om niet van de verweerder te verlangen dat hij bewijs overlegt.
In sommige gevallen is het bewijs dat in een claim wordt gepresenteerd voldoende om een summiere uitspraak mogelijk te maken. In een fumus boni juris zijn de vastgestelde feiten voldoende om te bewijzen dat de acties van de verdachte de schadeclaims van de eiser ondersteunen. In rechtszaken inzake arbeidsdiscriminatie hebben de rechtbanken tests en richtlijnen opgesteld die rechters gebruiken om te bepalen of een samenvattend oordeel kan worden gegeven. Als de eiser een fumus boni juris kan aantonen, verschuift de bewijslast naar de verweerder, die moet bewijzen dat een werknemer is ontslagen om andere redenen dan discriminatie.
Het toespreken van Prima Facie in het Hooggerechtshof
De kwestie van op het eerste gezicht is besproken door het Amerikaanse Hooggerechtshof, bijvoorbeeld in de zaakSt. Mary’s Honor Center v. Hicks uit 1992. In dit geval beweerde een medewerker van een halfway house dat hij was ontslagen vanwege zijn ras, in strijd met de Civil Rights Act van 1964. Toen de werknemer voor de District Court werd berecht, stelde hij een prima facie-zaak van discriminatie vast, maar bleek niet voldoende bewijs te hebben geleverd om te bewijzen dat de werkgever ras als factor gebruikte toen hij besloot de eiser te ontslaan. De zaak ging naar het Amerikaanse Hof van Beroep en later naar het Hooggerechtshof. De Hoge Raad oordeelde dat de werknemer weliswaar een fumus boni juris had vastgesteld, maar dat de werknemer hierdoor geen recht had op een verplichte winst.1