25 juni 2021 3:25

Vortex-indicator (VI)

Wat is de Vortex-indicator (VI)?

Een vortex-indicator (VI) is een indicator die uit twee lijnen bestaat: een opwaartse lijn (VI +) en een neerwaartse lijn (VI-). Deze lijnen zijn typisch respectievelijk groen en rood gekleurd. Een vortex-indicator wordt gebruikt om trendomkeringen op te sporen en huidige trends te bevestigen.

Vortex Indicator (VI) begrijpen

De vortex-indicator werd voor het eerst ontwikkeld door Etienne Botes en Douglas Siepman, die het concept introduceerden in een editie van 2009 van “Technical Analysis of Stocks & Commodities”. De vortex-indicator is gebaseerd op twee trendlijnen: VI + en VI.

Vortex Indicator Berekeningen

De berekening voor de indicator is opgedeeld in vier delen.

1. True Range (TR) is de grootste van:

  • Huidig ​​hoog min stroom laag
  • Huidige hoge minus vorige sluiting
  • Huidig ​​laag minus vorige sluiting

2. Opwaartse en neerwaartse beweging:

  • VM + = Absolute waarde van de huidige hoge minus de vorige lage waarde
  • VM- = Absolute waarde van de huidige lage minus de vorige hoge waarde

3. Parameter lengte (n)

  • Bepaal een parameterlengte (tussen 14 en 30 dagen is gebruikelijk)
  • Tel het werkelijke bereik van de laatste n periode op, VM + en VM-:
  • Som van het werkelijke bereik van de laatste n perioden = SUM TRn
  • Som van de VM + = SUM VMn + van de laatste n perioden
  • Som van de laatste n perioden ‘VM- = SUM VMn−

4. Maak de trendlijnen VI + en VI-

  • SOM VMn + / SUM TRn = VIn +
  • SOM VMn- / SUM TRn = VIn-
  • Het dagelijks herhalen van dit proces vormt de VI + en VI- trendlijnen.

De traditionele toepassing van het gebruik van VI- en VI + crossovers kan resulteren in een aantal valse handelssignalen wanneer de prijsactie schokkerig is. Verhoog het aantal perioden dat in de indicator wordt gebruikt om dit te verminderen, bijvoorbeeld door 25 perioden te gebruiken in plaats van 14.

Gevolgtrekkingen

De vortex-indicator wordt vaak gebruikt in combinatie met andere omkeringstrendpatronen om een ​​omkeringssignaal te ondersteunen. Het is geïntegreerd in de meeste softwareprogramma’s voor technische analyse. VI + en VI- worden doorgaans onafhankelijk van elkaar weergegeven onder een kandelaargrafiek. De onderstaande grafiek geeft een voorbeeld met lijnen die veranderende trendsignalen op een candlestick grafiek aangeven.

Een uptrend- of koopsignaal treedt op wanneer VI + onder VI- is en vervolgens boven VI- kruist om de toppositie tussen de trendlijnen in te nemen. Een downtrend- of verkoopsignaal treedt op wanneer VI- onder VI + ligt en boven VI + kruist om de toppositie tussen de trendlijnen in te nemen. Over het algemeen bepaalt de trendlijn in de bovenste positie over het algemeen of de beveiliging zich in een opwaartse of neerwaartse trend bevindt.