Hoe wordt de restwaarde van activa belast?
Restwaarde heeft meerdere betekenissen, elk met zijn eigen mogelijke fiscale gevolgen. Belastingwetten verschillen per rechtsgebied, dus de belastingen op restwaarden variëren ook. Over het algemeen is de restwaarde belastbaar wanneer het een nettowinst uit een economische transactie vertegenwoordigt. De restwaarde is bijvoorbeeld belastbaar als een bedrijf een actief met winst verkoopt of als een autoleasingnemer aan het einde van de leaseovereenkomst een voertuig koopt.
Betekenissen van restwaarde
Het meest gebruikelijke boekhoudkundige gebruik van restwaarde is de kostprijs van het actief verminderd met eventuele toegestane afschrijvingen. Hoewel soms samengevoegd, is deze restwaarde niet identiek aan de schrootwaarde of restwaarde, die gelijk is aan de opbrengst van een actief minus eventuele verwijderingskosten.
Een andere mogelijke betekenis van restwaarde betreft geleasde activa, zoals een auto. In deze gevallen vertegenwoordigt de restwaarde de reële marktwaarde van het geleasde object na het verstrijken van de looptijd. Huurwaarde kan al dan niet gegarandeerd worden.
Belastingheffing op restwaarden
Restwaarde en restwaarde zijn in sommige gevallen beide belastbaar. Dit gebeurt wanneer deze waarden niet in aanmerking zijn genomen voor afschrijving. In dit geval hebben de activa aan het einde van hun gebruiksduur uiteindelijk een boekwaarde van nul. Als een bedrijf een actief verkoopt met een restwaarde die hoger is dan de boekwaarde, moet het bedrijf belasting betalen over de winst van de verkoop. Voor een geleasd actief vormt de restwaarde vaak de fiscale boekwaarde als de lessee besluit het te kopen nadat de leaseperiode is afgelopen. Omzetbelastingwetten variëren van staat tot staat, maar het is niet ongebruikelijk dat de omzetbelasting wordt beoordeeld op basis van de restwaarde.