Nieuw geïndustrialiseerd land – NIC
Wat is een nieuw geïndustrialiseerd land?(NIC)
Een nieuw geïndustrialiseerd land (NIC) is een term die door politicologen en economen wordt gebruikt om een land te beschrijven waarvan het niveau van economische ontwikkeling het ergens tussen ontwikkelings- en hoogontwikkelde classificaties plaatst. Deze landen zijn afgestapt van een op landbouw gebaseerde economie naar een meer geïndustrialiseerde, stedelijke economie. Deskundigen kennen ze ook als “nieuwe industrialiserende economieën” of “geavanceerde ontwikkelingslanden”.
Belangrijkste leerpunten
- Een nieuw geïndustrialiseerd land (NIC) is een land waarvan de economische ontwikkeling zich tussen ontwikkelende en hoogontwikkelde classificaties bevindt.
- Het belangrijkste teken dat een land evolueert naar een NIC is een substantiële groei van het bruto binnenlands product, zelfs als die groei achterblijft bij de ontwikkelde landen.
- Welke landen moeten worden opgenomen op een lijst van bestaande NIC’s, staat open voor enig debat tussen experts en economen.
- Hoogontwikkelde landen kunnen kansen vinden, zoals outsourcing, in nieuw geïndustrialiseerde landen.
Inzicht in nieuw geïndustrialiseerd land
In de jaren zeventig en tachtig waren voorbeelden van nieuw geïndustrialiseerde landen Hongkong, Zuid-Korea, Singapore en Taiwan. Voorbeelden in de late jaren 2000 waren onder meer Zuid-Afrika, Mexico, Brazilië, China, India, Maleisië, de Filippijnen, Thailand en Turkije. Economen en politicologen zijn het soms oneens over de indeling van deze landen.
Hongkong, Singapore, Zuid-Korea en Taiwan zijn NIC’s die gezamenlijk bekend staan als de vier Aziatische tijgers.
Een NIC maakt deel uit van een sociaaleconomische klasse die recentelijk vooruitgang heeft geboekt in de industrialisatie. Deze economische verschuiving gaat gepaard met een grotere economische stabiliteit binnen de natie, hoewel dit stabilisatieproces onvolledig kan zijn of nog in de kinderschoenen staat.
Overgangstekens van derde wereld naar nieuw geïndustrialiseerd land
Een primaire indicatie van de overgang van een land naar een NIC is een substantiële groei van het bruto binnenlands product (bbp), zelfs als dit achterblijft bij ontwikkelde landen. Vaak zijn stijgingen van het gemiddelde inkomen en de levensstandaard markers van de overgang van een ontwikkelingsland naar een NIC. Overheidsstructuren zijn doorgaans stabieler met minder corruptie en minder gewelddadige machtsverschuivingen tussen ambtenaren. Hoewel de veranderingen aanzienlijk zijn en die van vergelijkbare ontwikkelingslanden overtreffen, missen ze vaak de normen die door de meeste ontwikkelde landen zijn vastgesteld.
Betrekkingen tussen NIC’s en hoogontwikkelde landen
Ontwikkelde landen zien wellicht kansen in de groeiende stabiliteit van een nieuw geïndustrialiseerd land. Deze kansen zouden kunnen leiden tot extra uitbesteding door bedrijven aan faciliteiten binnen NIC’s. Deze bewegingen kunnen de arbeidskosten verlagen voor outsourcingbedrijven met minder risico in vergelijking met outsourcing naar minder stabiele landen. Hoewel dit de sterkte van de beroepsbevolking binnen de NIC kan vergroten, kunnen complicaties optreden met de toegenomen vraag omdat de overheid mogelijk niet de volledige wet- en regelgeving heeft vastgesteld in omliggende industrieën.
Voorbeeld uit de echte wereld
Aangezien er geen exacte kwalificatie of definitie is voor een NIC, staat de lijst van bestaande NIC’s open voor discussie. Op basis van de verschuiving tussen economieën van landbouwontwikkeling naar meer industriële activiteiten en recente verbeteringen in de gemiddelde levensstandaard, zijn economieën die experts doorgaans opnemen als NIC’s China (met name Hong Kong), India, Singapore, Taiwan en Turkije. Andere kunnen Brazilië, Mexico, Zuid-Afrika en Thailand zijn.
In een rapport van de Verenigde Naties uit 2014 met de naam World Economic Situations and Prospects, stelt dat alle naties om analytische redenen in een van de drie classificaties worden ingedeeld. Deze categorieën zijn ontwikkelde economieën, economieën in transitie en opkomende economieën.