Volgende elf
Wat is de volgende elf?
De volgende elf, ook wel N-11 genoemd, zijn de elf landen die op het punt staan de grootste economieën ter wereld te worden in de 21e eeuw, na de BRIC landen. De N-11 werd gekozen door Goldman Sachs Group, Inc in een paper uit 2005 waarin het potentieel van BRIC en de N-11 werd onderzocht. De volgende elf zijn Zuid-Korea, Mexico, Bangladesh, Egypte, Indonesië, Iran, Nigeria, Pakistan, de Filippijnen, Turkije en Vietnam.
Inzicht in Next Eleven
De volgende elf werden genoemd in een artikel met de titel “Hoe solide zijn de BRIC’s?”door Jim O’Neill, Dominic Wilson, Roopa Purushothaman en Anna Stupnytska van Goldman Sachs, gepubliceerd op 1 december 2005. Het doel van de paper was om de prestaties van de BRIC-landen te bespreken, namelijk Brazilië, Rusland, India, en China. Goldman Sachs had eerder de BRIC’s de volgende landen genoemd met wereldeconomieën. De paper besprak de voortgang van de BRIC’s, maar introduceerde vervolgens in een sectie met de titel ‘Zijn er meer’ BRIC’s ‘beschikbaar? Een blik op de N-11′ het idee van een grotere groep landen die zich waarschijnlijk zouden ontwikkelen op een trager traject dan de BRIC’s zouden doen, maar zouden toch wereldmachten kunnen worden.
De auteurs van de paper hebben een Growth Environment Score (GES) opgesteld om hen te helpen de landen en hun groeipotentieel in wereldeconomieën te beoordelen. De componenten van de GES zijn macro-economische stabiliteit, macro-economische omstandigheden, technologisch vermogen, menselijk kapitaal en politieke omstandigheden. Volgens de krant “… wordt sterke groei het best bereikt met een stabiele en open economie, gezonde investeringen, een hoge mate van acceptatie van technologie, een gezonde en goed opgeleide beroepsbevolking en een veilige en op regels gebaseerde politieke omgeving.” Landen werden onderzocht en de volgende elf werden gekozen. De auteurs van de paper gebruikten wiskundige modellen om grafieken te maken waarin landen 20 en 45 jaar na de publicatie van de paper de sterkste economieën zouden kunnen hebben, waarbij het inkomen per hoofd van de bevolking en de grootste economie werd gemeten.
Zuid-Korea
Zuid-Korea, in de krant simpelweg “Korea” genoemd, scoorde onder de hoogste van alle beschouwde landen en werd gezien als een zich snel ontwikkelende, groeiende economie die echter nog steeds achterbleef bij de BRIC’s. Van alle landen in de N-11 heeft Zuid-Korea de voorspellingen waarschijnlijk het beste waargemaakt, met een robuuste economie en hoge scores op de GES-metingen uit het oorspronkelijke document. Mexico werd ook gezien als een snelle vooruitgang en een groot potentieel.