24 juni 2021 21:25

Terugboeking pensioenaanpassing (PAR)

Wat is de terugboeking van een pensioenaanpassing?

Pensioenaanpassing omkering (PAR) is een optie voor werknemers waarbij ze pensioenuitkeringen kunnen aanpassen door toe te voegen aan een Registered Retirement Savings Plan (RRSP) en een gepoolde geregistreerde pensioenregeling nadat ze zich vervroegd hebben teruggetrokken uit een uitgestelde winstdelingsplan (DPSP) of een geregistreerd pensioenplan (RPP) bij een werkgever.

Inzicht in pensioenaanpassing omkering (PAR)

Een PAR wordt in Canada gebruikt om toe te voegen aan het geregistreerde pensioenspaarplan of het gepoolde geregistreerde pensioenplan van een persoon wanneer ze als werknemer een DPSP of een RPP verlaten.

De PAR verlaagt het bedrag dat in een bepaald jaar aan de pensioenregeling voor een werknemer is bijgedragen, waardoor de aftreklimiet voor RRSP wordt verhoogd.

Een PAR kan bijvoorbeeld optreden wanneer een werknemer het bedrijf verlaat na een korte periode en voordat die werknemer onvoorwaardelijk wordt. In dat geval kan het zijn dat de werkgever nog niet heeft bijgedragen aan het pensioenfonds van de werknemer. Als dit het geval is, bestaat het pensioen alleen uit de werknemersbijdrage en worden de werkgeversbijdragen niet meegerekend.

Geschiktheid voor terugboeking van pensioenaanpassingen

Om in aanmerking te komen voor een PAR hoeft de werknemer niet per se het dienstverband bij een bedrijf te beëindigen. Werknemers kunnen een pensioenaanpassing ongedaan maken door het lidmaatschap van de pensioenregeling te beëindigen en vergoedingen over te dragen naar een RRSP.

Zodra een deelnemer aan het plan definitief verworven is of tastbare voordelen heeft ontvangen, inclusief werkgeversmatchingsfondsen, komen ze niet langer in aanmerking voor een PAR. Daarnaast komt een werknemer die het bedrijf verlaat maar toch blijft deelnemen aan de pensioenregeling niet in aanmerking voor de PAR.

Berekening van de terugboeking van de pensioenaanpassing voor een DPSP

Een DPSP is een regeling waarbij een werkgever de winst uit zijn bedrijf kan delen met alle of een bepaalde groep werknemers om voordelen te bieden. Bijdragen worden doorgaans vermeld als een percentage van de winst van de werkgever of het inkomen van de werknemer. Leden kunnen niet bijdragen aan een DPSP. Deze regelingen vallen onder de wet en regelgeving en vallen niet onder de provinciale pensioenwetgeving.

Onder een DPSP moet een PAR worden berekend voor een persoon die het lidmaatschap na 1996 heeft beëindigd om een ​​andere reden dan overlijden en geen afbetaling heeft ontvangen onder het plan.

De PAR wordt berekend als het totaal van alle bedragen die tot de datum van beëindiging in hun pensioentegoeden waren opgenomen en waarop de rekeninghouder op het moment van beëindiging geen recht had. Inkomsten op toewijzingen of bijdragen zijn niet in de PAR opgenomen.

Het totaal van de pensioentegoeden van een individu omvat de pensioenkrediet voor het jaar van beëindiging, ook al mag deze pensioenkrediet pas worden gerapporteerd nadat de PAR is gerapporteerd. Daarom moet een persoon rekening houden met eventuele niet-geïnvesteerde bedragen, inclusief verbeurtenissen die aan een persoon zijn toegewezen in het jaar van beëindiging, bij het berekenen van de PAR.

Berekening van de terugboeking van de pensioenaanpassing voor RPP

Een RPP is een regeling van een werkgever om periodieke uitkeringen te verstrekken aan personen na pensionering en tot overlijden voor hun dienstbetrekking als werknemer. Een RPP is onderworpen aan de wet en regelgeving, en kan ook worden gereguleerd door provinciale en federale pensioenwetgeving (bijvoorbeeld de Pensioenverzekeringswet).

Onder een RPP moet een PAR worden berekend voor een persoon die het lidmaatschap na 1996 heeft beëindigd om een ​​andere reden dan overlijden en geen pensioenuitkeringen heeft ontvangen onder het plan. Het wordt op dezelfde manier berekend als onder de DPSP, en dezelfde voorwaarden zijn van toepassing op niet-geïnvesteerde bedragen.

Alle bedragen die worden toegekend nadat de persoon het plan heeft verlaten, worden op dat moment opgenomen in een pensioenkrediet, maar hebben geen invloed op de PAR die al is berekend.