Geplande stedelijke ontwikkeling (PUD)
Wat is een geplande stedelijke ontwikkeling (PUD)?
Een geplande stedelijke ontwikkeling verwijst naar een vastgoedontwikkeling die residentiële en commerciële gebouwen met open ruimtes integreert in één enkel project. Het kan losjes worden beschouwd als een geplande eenheidontwikkeling (PUD), die hetzelfde acroniem gebruikt en in alle opzichten uitwisselbaar is. Dit is een stedelijke versie van een geplande ontwikkeling, maar er zijn enkele specifieke verschillen die het categorisch anders maken.
Belangrijkste leerpunten
- Een geplande stedelijke ontwikkeling, of PUD, is een overeenkomst om een meestal groot stuk land te ontwikkelen met een gediversifieerde groep van residentiële, commerciële, industriële en natuurlijke structuren.
- Enkele voordelen van grootschalige stadsprojecten zijn een toename van de waarde van de omliggende eigendommen, een instroom van nieuw kapitaal en bewoners en een snelgroeiende gemeenschap.
- Enkele nadelen zijn een gevoel van isolatie, homogeniteit en de noodzaak van een auto.
Inzicht in geplande stedelijke ontwikkeling
Een geplande stedelijke ontwikkeling ontstaat doorgaans als een samenwerkingsverband tussen een lokale of gemeentelijke overheid en ontwikkelaars. In de afgelopen jaren hebben stedenbouwkundigen steeds meer geprobeerd de oriëntatie op gemengd gebruik van premoderne menselijke gemeenschappen te herscheppen. Deze traditionele nederzettingen omvatten huisvesting, handel en plaatselijke industrie in één gebied.
Een waardevolle natuurlijke hulpbron, zoals een waterbron of verdedigbaar hooggelegen terrein, vormde vaak een verbinding voor de gemeenschap. Industrialisatie en modernisering, met name in de tweede helft van de 20e eeuw, omvatten een verschuiving naar bestemmingsplannen voor één doel in stedelijke gebieden. Geplande stedelijke ontwikkeling kwam naar voren als een reactie op deze trend, waarbij stedelijke gemeenschappen werden georiënteerd op de principes van gemak en efficiëntie in plaats van een natuurlijke hulpbron of eigenschap.
Een geplande stadsontwikkeling stelt ontwikkelaars in staat om door diversificatie een deel van het marktrisico van een project voor eenmalig gebruik te vermijden. Als de lokale woning- of kantorenmarkt instort, kunnen andere componenten van een geplande ontwikkeling de investering van de ontwikkelaar beschermen.
Hoogwaardige winkel- en evenementenprogrammering kan huizenkopers en huurders aantrekken die bereid zijn een premie te betalen. Theaters en ander uitgaansleven kunnen een soortgelijk effect hebben. Uiteindelijk biedt planmatige ontwikkeling ontwikkelaars de mogelijkheid om stedenbouwkundigen en eindgebruikers van de commerciële en woonruimte te voorzien van wat ze willen: efficiënt en gevarieerd gebruik van schaarse stedelijke ruimte.
Nadelen van geplande stadsontwikkeling
Naarmate gemengde projecten in de 21e eeuw vaker voorkomen, zijn er steeds weer problemen ontstaan. Ontwikkelaars en planners hebben er een aantal opgelost, terwijl andere volharden. Ten eerste hebben deze projecten de neiging om langere plannings- en vergunningsperioden in te houden dan ontwikkeling voor eenmalig gebruik.
Voor het ontwerp, de implementatie en het op de markt brengen van een breed spectrum aan ruimte is vaak de betrokkenheid van gespecialiseerde firma’s nodig wier expertise hoge kosten met zich meebrengt. Terwijl deze planning plaatsvindt, is de ontwikkelaar waarschijnlijk op de haak voor het betalen voor het land dat nog in gebruik moet worden genomen. Ontwikkelaars hebben deze processen gestroomlijnd omdat ze expertise hebben opgebouwd uit eerdere projecten.
De tweede reeks problemen speelt zich af op een hoger niveau en is moeilijker op te lossen gebleken. Planners ondernemen deze projecten vaak om stedelijke gebieden te herstellen die zij als verwoest of onherstelbaar beschouwen. Geplande ontwikkelingen pakken dit probleem aan met projecten die de vorige bewoners weinig bieden en waarschijnlijk niet de omstandigheden aanpakken die tot stedelijk verval leiden.
In veel gevallen voelen deze projecten zich ommuurd van de omgeving. Ten slotte lossen deze ontwikkelingen onze afhankelijkheid van auto’s niet volledig op. Randsteden vragen bijvoorbeeld nog vaak dat huurders met de auto komen en gaan. Dit zijn geplande ontwikkelingen die in voorstedelijke gebieden worden gebouwd om bewoners en medewerkers een centraal knooppunt te bieden met een breed scala aan voorzieningen.