24 juni 2021 22:50

Voorschrift 9

Wat is verordening 9?

Voorschrift 9 is een beleid dat nationale banken  in staat stelt  om intern trustafdelingen te openen en te exploiteren en als fiduciair te fungeren . Verordening 9 stelt nationale banken in staat investeringsgerelateerde activiteiten te beheren en te administreren.

Belangrijkste leerpunten

  • Voorschrift 9 is een beleid dat nationale banken in staat stelt om intern trustafdelingen te openen en te exploiteren en als fiduciair te fungeren.
  • Als een bank namens anderen wil beleggen, vereist Verordening 9 dat er beleid is om naleving te garanderen.
  • Voorschrift 9 voorkomt zelfhandel en belangenconflicten.

Inzicht in regelgeving 9

Voorschrift 9 staat banken toe om aandelen, obligaties en andere effecten te registreren en als trustees voor hen op te treden. Hoewel Verordening 9 banken toestemming geeft om op federaal niveau trustgerelateerde activiteiten uit te oefenen, moeten banken zich ook aan de staatsstatuten houden.

Voorschrift 9 is uitgevaardigd door het  Office of the Comptroller of the Currency (OCC) en is alleen van toepassing op nationale banken en niet op regionale of lokale entiteiten. Het is nationale banken toegestaan ​​om in meerdere staten te opereren en in fiduciaire hoedanigheid te dienen in elke staat, tenzij die staat zijn eigen lokale banken verbiedt om die specifieke activiteiten te ondernemen.

Een nationale bank die fiduciaire functies en bevoegdheden wil uitoefenen door middel van Regulation 9, die de bank toestaat namens anderen te investeren, moet zich houden aan schriftelijke beleidslijnen die ervoor zorgen dat haar activiteiten als fiduciair in overeenstemming zijn. Het geldende beleid moet betrekking hebben op de bemiddelingspraktijken van de bank en op manieren om ervoor te zorgen dat de fiduciaire functionarissen en werknemers van de bank geen voorkennis gebruiken bij hun besluitvorming of aanbevelingen over de verkoop of aankoop van effecten. In het beleid van de banken moeten ook methoden worden vastgesteld om zelfhandel en belangenconflicten te voorkomen.

Jaarlijkse investeringsreviews

Banken moeten ten minste één keer per jaar een officiële beoordeling uitvoeren van alle activa op fiduciaire rekeningen waarover de bank de investeringsvrijheid heeft. Deze beoordelingen, bekend als jaarlijkse beleggingsbeoordelingen, zijn bedoeld om te verduidelijken of de beleggingsbeslissingen van de fiduciaires van de bank passend zijn en in het beste belang van de klanten.

Een effectief jaarlijks beoordelingsproces zorgt voor:

  • Beleggingsobjecten zijn passend en actueel en worden in overeenstemming met deze doelstellingen gemaakt
  • Elke portefeuille wordt in zijn geheel beoordeeld
  • Uitzonderingen worden nauwkeurig bijgehouden
  • Elk actief wordt op passende wijze gewaardeerd
  • De prestaties worden nauwkeurig bijgehouden en er is een proces voor het omgaan met uitschieters van prestaties

Deze banken dienen ook een juridisch adviseur in dienst te nemen die de bank, haar functionarissen en personeel kan adviseren over fiduciaire aangelegenheden.

Speciale overwegingen

Er zijn verdere beperkingen op grond van Verordening 9 met betrekking tot het beleggen van fondsen door banken. Tenzij een bevoegde functionaris dergelijke acties goedkeurt, mogen nationale banken geen geld van een fiduciaire rekening waarover de banken investeringsvrijheid hebben, beleggen in de aandelen, verplichtingen van of in activa die uit bepaalde bronnen zijn verkregen. Die bronnen omvatten de bank zelf, haar directeuren, functionarissen en werknemers. Dit geldt ook voor organisaties en individuen die belangen hebben die het oordeel van de bank kunnen beïnvloeden. Met andere woorden, degenen die een fiduciaire rol vervullen, kunnen die fondsen van investerende klanten niet gebruiken om investeringen te doen in activa onder hun eigen controle of invloed.

Dergelijke bepalingen zijn ook van toepassing op het uitlenen, verkopen of overdragen van activa van fiduciaire rekeningen waarover de banken de investeringsvrijheid hebben. Dit is om ervoor te zorgen dat de acties van de bank niet in strijd zijn met de belangen van de klanten die zij dienen.