Onderconsumptie
Wat is onderconsumptie?
Onderconsumptie is de aankoop van goederen en diensten op niveaus die lager zijn dan het beschikbare aanbod.
Belangrijkste leerpunten
- Onderconsumptie is een economische theorie waarin een ontoereikende vraag van de consument leidt tot een zakelijke depressie.
- Onderconsumptie is iets anders dan de keynesiaanse theorie. De eerste identificeert een ontoereikende consumentenvraag als de hoofdoorzaak van de recessie, terwijl de tweede ook andere oorzakelijke factoren in overweging neemt, waaronder particuliere investeringen in vaste activa in fabrieken, machines en woningen.
Begrip begrijpen
Onderconsumptie is een economische theorie die verwijst naar recessie en stagnatie. In deze theorie leidt een ontoereikende vraag van de consument in relatie tot de productie van een bepaald goed of een bepaalde dienst tot onderconsumptie.
Theorieën over onderconsumptie dateren van honderden jaren geleden en zijn grotendeels vervangen door moderne keynesiaanse economie en de theorie van de totale vraag, de totale vraag naar goederen en diensten in de economie op een bepaald tijd- en prijsniveau.
Verschillen tussen onderconsumptie en keynesiaanse theorie
Onderconsumptie stelt dat consumptie van minder dan wordt geproduceerd wordt veroorzaakt door onvoldoende koopkracht en resulteert in zakelijke depressie. Bovendien beweert de theorie van onderconsumptie dat werknemers, omdat ze een lager loon krijgen dan ze produceren, niet kunnen terugkopen wat ze produceren, wat resulteert in een ontoereikende vraag naar het product. Dit kan worden verholpen door overheidsingrijpen, met name uitgaven aan overheidsprogramma’s, om het evenwicht tussen productie en consumptie te herstellen.
De keynesiaanse theorie is een theorie van de totale uitgaven in de economie en de effecten ervan op productie en inflatie, en werd in de jaren dertig ontwikkeld door de Britse econoom John Maynard Keynes in een poging de Grote Depressie te begrijpen. Keynes pleitte voor hogere overheidsuitgaven en lagere belastingen om de vraag te stimuleren en de wereldeconomie uit de depressie te halen. De keynesiaanse economie wordt beschouwd als een theorie aan de “vraagzijde” die zich richt op veranderingen in de economie op korte termijn.
De theorie van onderconsumptie beschouwt een inadequate vraag van de consument als de enige bron van recessies, stagnatie en andere totale mislukte vraag, en daarom neigt een kapitalistische economie naar een toestand van aanhoudende depressie. Moderne economische theorieën vinden daarentegen dat een ontoereikende vraag van de consument niet automatisch een recessie veroorzaakt, omdat andere factoren, waaronder particuliere investeringen in vaste activa in fabrieken, machines en woningen, en overheidsaankopen en -uitvoer, deze situatie kunnen tegengaan.
Voorbeeld van onderconsumptie
Een voorbeeld van onderconsumptie is de auto-industrie tijdens de Grote Depressie. In de jaren twintig van de vorige eeuw zorgden stijgingen van het beschikbare inkomen en de nieuwe betaalbaarheid van auto’s ervoor dat meer mensen auto’s kochten. De toegenomen vraag leidde tot de oprichting van een groot aantal onafhankelijke autodealers en autofabrikanten. Toen de aandelenmarkt instortte en de gevolgen van de Grote Depressie toesloeg, raakten veel Amerikanen werkloos en kregen ze te maken met financiële problemen, waardoor de koopkracht van auto’s in verhouding tot het aanbod afnam. Vanwege de sterk dalende vraag naar auto’s konden veel onafhankelijke fabrikanten niet blijven bestaan.