25 juni 2021 4:16

Wat is het verschil tussen externe economieën en externe nadelen?

Er zijn twee soorten verschijnselen die hun naam te danken hebben aan externe economieën en externe nadelen. In standaard micro-economie en macro-economie verwijst een externe economie naar een positieve externaliteit en verwijst een externe diseconomie naar een negatieve externaliteit. In de economie van het bedrijf verwijst een externe schaalvoordelen naar voordelen die voortvloeien uit algemene groei in de economie of een specifieke bedrijfstak; externe nadelen zijn extra kosten of nadelen van externe economische krachten.

Externaliteiten en effecten van derden

Een externe economie (positieve externaliteit) doet zich voor wanneer de ene persoon of het bedrijf andere voordelen toekent waarvoor het niet direct haalbaar is deze in rekening te brengen. Met andere woorden, een waardevolle dienst wordt waarschijnlijk ondergeproduceerd omdat de makers van het voordeel niet voldoende worden gecompenseerd.

Evenzo treedt er een externe diseconomie (negatieve externaliteit) op wanneer een persoon of bedrijf anderen wat kosten of ontberingen oplegt zonder deze te hoeven (of kunnen) compenseren. Het klassieke voorbeeld is een fabriek met een schoorsteen die de eigendommen van omwonenden vervuilt. In dit geval is het economisch niet haalbaar om individuele eigenaren van onroerend goed te compenseren voor de kosten van blootstelling aan fijnstof.

Externaliteiten zijn theoretisch gemakkelijk uit te leggen, maar praktisch zeer moeilijk te meten.

1:23

Externe economieën en schaalniveaus

Stel dat er een nieuw, goedkoop opleidings- en trainingsprogramma voor elektrotechnici wordt geïntroduceerd. Dit zou de productiviteit verhogen, de opleidingskosten verlagen, de aansprakelijkheden verminderen en waarschijnlijk de winst verhogen van alle werkgevers van elektrotechnici, ongeacht of ze iets met het opleidingsprogramma te maken hadden of niet.

Dit staat bekend als een externe schaalvergroting. Er treedt een nettovoordeel op dat het gemakkelijker maakt om goederen en diensten te produceren in een hele bedrijfstak of geografische regio.

Het omgekeerde kan ook gebeuren. Eventuele bedrijfstakbrede effecten die het moeilijker of duurder maken om bedrijfsactiviteiten uit te voeren, worden een externe schaalnadeel genoemd. Veelvoorkomende voorbeelden zijn belastingen, regelgeving of beperkte middelen.