25 juni 2021 4:23

Positieve correlatie versus omgekeerde correlatie: wat is het verschil?

Positieve correlatie versus omgekeerde correlatie: een overzicht

Op het gebied van statistiek beschrijft correlatie de relatie tussen twee variabelen. Variabelen zijn gecorreleerd als de verandering in de ene wordt gevolgd door een verandering in de andere. Correlatie laat zien of de relatie positief of negatief is en hoe sterk de relatie is. Positieve correlatie beschrijft de relatie tussen twee variabelen die samen veranderen, terwijl een omgekeerde correlatie de relatie beschrijft tussen twee variabelen die in tegengestelde richtingen veranderen. Inverse correlatie wordt soms een negatieve correlatie genoemd, die hetzelfde type relatie tussen variabelen beschrijft.

Belangrijkste leerpunten

  • Er is een positieve correlatie wanneer twee gerelateerde variabelen in dezelfde richting bewegen.
  • Er bestaat een omgekeerde correlatie wanneer twee gerelateerde variabelen in de tegenovergestelde richting bewegen.
  • Correlatie impliceert niet noodzakelijk causaliteit, aangezien andere factoren de richting kunnen beïnvloeden.

Positieve correlatie

Wanneer twee gerelateerde variabelen in dezelfde richting bewegen, is hun relatie positief. Deze correlatie wordt gemeten door de correlatiecoëfficiënt (r). Als r groter is dan 0, is het positief. Als r +1,0 is, is er een perfecte positieve correlatie. Voorbeelden van positieve correlaties komen voor in het dagelijkse leven van de meeste mensen. Hoe meer geld aan advertenties wordt besteed, hoe meer klanten bij het bedrijf kopen. Omdat dit vaak moeilijk te meten is, is de correlatiecoëfficiënt waarschijnlijk minder dan +1,0. Er zou een sterkere correlatie bestaan ​​met hoe meer uren een werknemer werkt, hoe hoger het salaris van die werknemer zal zijn.



Correlatie is geschikt bij het analyseren van de relatie tussen significante, kwantificeerbare gegevens.

Inverse correlatie

Wanneer twee gerelateerde variabelen in tegengestelde richting bewegen, is hun relatie negatief. Als de correlatiecoëfficiënt (r) kleiner is dan 0, is deze negatief. Als r -1,0 is, is er een perfecte negatieve correlatie. Inverse correlaties beschrijven twee factoren die ten opzichte van elkaar wippen. Voorbeelden hiervan zijn een dalend banksaldo in verhouding tot toegenomen bestedingspatroon en een lager benzineverbruik in verhouding tot een hogere gemiddelde rijsnelheid. Een voorbeeld van een omgekeerde correlatie in de beleggingswereld is de relatie tussen aandelen en obligaties. Naarmate de aandelenkoersen stijgen, neigt de obligatiemarkt te dalen, net zoals de obligatiemarkt het goed doet als aandelen slechter presteren.

Speciale overweging

Het is belangrijk om te begrijpen dat correlatie niet noodzakelijk causaliteit impliceert. Variabelen A en B kunnen samen stijgen en dalen, of A kan stijgen als B valt. Het is echter niet altijd waar dat de stijging van de ene factor direct invloed heeft op de stijging of daling van de andere. Beide kunnen worden veroorzaakt door een onderliggende derde factor, zoals grondstoffenprijzen, of de schijnbare relatie tussen de variabelen kan toeval zijn.

Het aantal mensen dat met internet is verbonden, is positieve correlatie, maar de twee factoren hebben vrijwel zeker geen betekenisvolle relatie. Dat zowel de populatie van internetgebruikers als de olieprijs is gestegen, is waarschijnlijk toeval.