25 juni 2021 4:45

Welke wiskundige vaardigheden heb ik nodig om micro-economie te studeren?

Micro-economie kan wiskundig intensief zijn, maar is niet noodzakelijk. Fundamentele micro-economische veronderstellingen over schaarste, menselijke keuze, rationaliteit, ordinale voorkeuren of uitwisseling vereisen geen geavanceerde wiskundige vaardigheden. Aan de andere kant gebruiken veel academische cursussen in de micro-economie wiskunde om op een kwantitatieve manier te informeren over sociaal gedrag. Gangbare wiskundige technieken in micro-economiecursussen zijn onder meer geometrie, volgorde van bewerkingen, evenwichtsvergelijkingen en het gebruik van afgeleiden voor vergelijkende statistieken.

Logische aftrek in de economie

Economie is, zoals vele aspecten van geometrie, niet gemakkelijk verifieerbaar of falsifieerbaar met behulp van empirische kwantitatieve analyse. Het vloeit eerder voort uit logische bewijzen. De economie gaat er bijvoorbeeld van uit dat mensen doelgerichte actoren zijn (wat betekent dat acties niet willekeurig of toevallig zijn) en dat ze moeten omgaan met schaarse middelen om bewuste doelen te bereiken.

Deze principes zijn onveranderlijk en niet toetsbaar, evenals de inhoudingen die eruit voortvloeien. Net als de stelling van Pythagoras is elke stap van het bewijs noodzakelijkerwijs waar zolang de voorgaande stappen geen enkele logische fout bevatten.

Wiskunde in de micro-economie

Het menselijk handelen volgt niet de constante wiskundige formules. De micro-economie kan wiskunde op de juiste manier gebruiken om bestaande verschijnselen te markeren of grafieken te tekenen om de implicaties van menselijk handelen visueel te laten zien.

Studenten micro-economie dienen zich vertrouwd te maken met optimalisatietechnieken met behulp van derivaten. Ze moeten begrijpen hoe hellingen en fractionele exponenten interageren binnen lineaire en exponentiële vergelijkingen. Studenten zouden bijvoorbeeld in staat moeten zijn om de waarde van de helling van een lijn af te leiden met behulp van de lineaire vergelijking “y = a + bx” en het oplossen van b.

Vraag- en aanbodcurves kruisen elkaar om evenwicht te tonen. Economen gebruiken endogene variabelen om de krachten samen te vatten die vraag en aanbod zelf beïnvloeden. In specifieke markten kunnen deze variabelen worden geïsoleerd om te laten zien hoe vraag of aanbod rechtstreeks verband houdt met prijs of hoeveelheid. Deze vergelijkingen worden steeds dynamischer en gecompliceerder in geavanceerde micro-economie.

Het is een veel voorkomende misvatting om wiskundige causaliteit te interpreteren met echte economische causaliteit. Prijs veroorzaakt niet meer vraag of aanbod dan helling winst oplevert. Integendeel, menselijk handelen drijft al deze variabelen tegelijkertijd aan op een manier die de wiskunde niet volledig kan bevatten.