25 juni 2021 5:00

Markteconomie versus Command Economy: wat is het verschil?

Markteconomie versus Command Economy: een overzicht

Markteconomieën en commando-economieën nemen twee polaire uitersten in bij de organisatie van economische activiteit. De belangrijkste verschillen liggen in de arbeidsdeling of productiefactoren en de mechanismen die de prijzen bepalen. De activiteit in een markteconomie is niet gepland; het wordt niet georganiseerd door een centrale autoriteit, maar wordt bepaald door vraag en aanbod van goederen en diensten. De Verenigde Staten, Engeland en Japan zijn allemaal voorbeelden van markteconomieën.

Als alternatief wordt een commando-economie georganiseerd door een gecentraliseerde regering die de meeste, zo niet alle bedrijven bezit en wiens ambtenaren alle productiefactoren aansturen. China, Noord-Korea en de voormalige Sovjet-Unie zijn allemaal voorbeelden van commando-economieën. In werkelijkheid combineren alle economieën een combinatie van markteconomieën en commando-economieën.

Belangrijkste leerpunten

  • Markteconomieën gebruiken privé-eigendom als productiemiddel en vrijwillige ruilingen / contracten.
  • In een commando-economie zijn regeringen eigenaar van de productiefactoren zoals land, kapitaal en hulpbronnen.
  • De meeste landen opereren grotendeels als een commando- of markteconomie, maar ze bevatten allemaal aspecten van de andere.
  • Het type economie heeft ook invloed op het politieke en sociale landschap van een natie, waarbij commando-economieën autoritairder zijn en markteconomieën meer persoonlijke vrijheden mogelijk maken.

Markteconomie

De twee fundamentele aspecten van markteconomieën zijn particulier eigendom van de productiemiddelen en vrijwillige uitwisselingen / contracten.

De meest voorkomende titel in verband met een markteconomie is kapitalisme. Individuen en bedrijven zijn eigenaar van de middelen en zijn vrij om met elkaar uit te wisselen en contracten met elkaar te sluiten zonder een besluit van de overheid. De verzamelnaam voor deze ongecoördineerde uitwisselingen is de ‘markt’.



Prijzen ontstaan ​​van nature in een markteconomie die gebaseerd is op vraag en aanbod.

De voorkeuren van de consument en de schaarste aan hulpbronnen bepalen welke goederen worden geproduceerd en in welke hoeveelheid; de prijzen in een markteconomie fungeren als signalen naar producenten en consumenten die deze prijssignalen gebruiken om beslissingen te nemen. Overheden spelen een ondergeschikte rol in de richting van economische activiteit.

Van bedrijven in een markteconomie wordt verwacht dat ze hun gedrag reguleren, terwijl van consumenten wordt verwacht dat ze hun eigen belangen behartigen en zichzelf beschermen tegen fraude en misbruik. Markteconomieën zorgen er niet voor dat minder bedeelden toegang hebben tot essentiële goederen en diensten of kansen.

Karl Marx, een Duitse filosoof, voerde aan dat een markteconomie inherent ongelijk en onrechtvaardig was omdat de macht zou worden geconcentreerd in de handen van de eigenaren van het kapitaal. Marx maakte de term kapitalisme populair.

John Maynard Keynes, een Engelse econoom, geloofde dat zuivere markteconomieën niet in staat waren effectief te reageren op grote recessies en pleitte in plaats daarvan voor grootschalig overheidsingrijpen om de conjunctuurcycli te reguleren.

Bevel economie

Onder een gezaghebbende economie zijn regeringen eigenaar van de productiefactoren zoals land, kapitaal en hulpbronnen, en regeringsfunctionarissen bepalen wanneer, waar en hoeveel er wordt geproduceerd. Dit wordt ook wel eens een planeconomie genoemd. Het beroemdste hedendaagse voorbeeld van een commando-economie was dat van de voormalige Sovjet-Unie, die opereerde onder een communistisch systeem.

Omdat de besluitvorming gecentraliseerd is in een commando-economie, controleert de overheid al het aanbod en bepaalt ze alle vraag. Prijzen kunnen niet op natuurlijke wijze ontstaan ​​zoals in een markteconomie, dus moeten de prijzen in de economie worden bepaald door overheidsfunctionarissen.

In een commando-economie bepalen macro-economische en politieke overwegingen de toewijzing van middelen, terwijl in een markteconomie de winsten en verliezen van individuen en bedrijven de toewijzing van middelen bepalen. Beveleconomieën houden zich bezig met het voorzien in basisbehoeften en kansen voor alle leden.

Ludwig von Mises, een Oostenrijkse econoom, voerde aan dat commando-economieën onhoudbaar waren en gedoemd te mislukken omdat er geen rationele prijzen zouden kunnen ontstaan ​​zonder concurrerende, particuliere eigendom van de productiemiddelen. Dit zou leiden tot enorme tekorten en overschotten.

Milton Friedman, een Amerikaanse econoom, merkte op dat commando-economieën de individuele vrijheid om te opereren moeten beperken. Hij was ook van mening dat economische beslissingen in een commando-economie zouden worden genomen op basis van het politieke eigenbelang van overheidsfunctionarissen en niet op economische groei.

Speciale overwegingen

De meeste markteconomieën en commando-economieën functioneren tegenwoordig met elementen van beide. Cuba is bijvoorbeeld van oudsher een commando-economie, maar heeft belangrijke economische hervormingen doorgevoerd om de toestand van de natie te verbeteren. Veel bedrijven zijn geprivatiseerd en opereren niet meer onder het gezag van de overheid, wat kenmerkend is voor een markteconomie.

Omgekeerd schakelden de Verenigde Staten, die een markteconomie zijn, over op een planeconomie om tijdens de Tweede Wereldoorlog te mobiliseren. De VS heeft ook elementaire economie-elementen, zoals in de medische dienstverlening aan senioren.

Traditioneel heeft het type economie ook het politieke en sociale landschap van een natie bepaald. Commando-economieën worden in verband gebracht met autoritaire regimes die persoonlijke vrijheden beperken, zoals Milton Friedman verklaarde. Markteconomieën zijn meestal democratieën die bijna volledige persoonlijke vrijheid toestaan.