Bosnische converteerbare mark (BAM)
Wat is de converteerbare mark van Bosnië-Herzegovina (BAM)?
De Bosnia-Herzegovina Convertible Mark (BAM) is de nationale munteenheid van Bosnië en Herzegovina. Het bestaat uit 100 subeenheden, hekwerken genaamd, en werd voor het eerst geïntroduceerd in 1995.
Belangrijkste leerpunten
- De Bosnia-Herzegovina Convertible Mark (BAM) is de nationale munteenheid van Bosnië en Herzegovina.
- Het werd in 1995 geïntroduceerd als onderdeel van het Dayton-akkoord, dat een einde maakte aan de oorlog in Bosnië.
- Tegenwoordig is de economie van Bosnië-Herzegovina grotendeels afhankelijk van toerisme, informatietechnologie en bepaalde productiesectoren.
Inzicht in de BAM
De Centrale Bank van Bosnië en Herzegovina, opgericht in 1997, geeft de converteerbare mark van Bosnië-Herzegovina (BAM) uit en verspreidt deze. De oprichting van de centrale bank en de converteerbare mark maakten deel uit van het Dayton-akkoord. Deze diplomatieke overeenkomst betekende het einde van de oorlog in Bosnië en vormde de basisbestuursstructuur van het moderne Bosnië en Herzegovina.
De nieuw gecreëerde BAM verving twee valuta die voorheen in de regio werden gebruikt: de Bosnische dinar en de Kroatische kuna. In plaats daarvan werd de BAM de enige munteenheid voor Bosnië-Herzegovina. Terwijl de BAM aanvankelijktegen pariwas gekoppeld aan de Duitse Duitse mark (D-Mark), werd de wisselkoers vastgesteld op de euro (EUR) op een koers van 1 EUR per 1.95583 BAM toen Duitsland de EUR in 2002 overnam.
Tegenwoordig wordt de BAM verdeeld in bankbiljetten in coupures van 10, 20, 50, 100 en 200 mark. De munten worden ondertussen verspreid in coupures van 1, 2 en 5 markeringen. Kleinere munten zijn ook verkrijgbaar in coupures van 5, 10, 20 en 50 hekwerken. Op de bankbiljetten staan portretten van vooraanstaande regionale dichters, zoals de Joegoslavische dichter Skender Kulenović;en de Bosnische dichter Musa Ćazim Ćatić.
Voorbeeld uit de echte wereld van de BAM
Bosnië en Herzegovina, gelegen aan de kust van de Adriatische Zee, was tot 1992 een deel van Joegoslavië, toen het onafhankelijk werd. Het gebied herbergt drie belangrijke etnische groepen: de Bosniërs, de Serviërs en de Kroaten. Deze mix heeft niet alleen geleid tot een levendig cultureel bestaan, maar ook tot jaren van bittere conflicten. Momenteel heeft het land een voorzitterschap van drie leden met één lid uit elke etnische groep.
Bosnië en Herzegovina hebben een economie die net zo gevarieerd is als hun geschiedenis en cultuur. De Bosnische oorlog van de jaren negentig veroorzaakte aanzienlijke schade aan de economie, maar het land begint zich sindsdien te herstellen. informatietechnologiediensten vormen twee van de grootste exportindustrieën van het land, hoewel het land ook ervaring heeft in bepaalde gespecialiseerde productiesectoren, zoals autostoelen en schoenenproducten.