Vraagcurve
Wat is de vraagcurve?
De vraagcurve is een grafische weergave van de relatie tussen de prijs van een goed of dienst en de gevraagde hoeveelheid voor een bepaalde periode. In een typische weergave verschijnt de prijs op de linker verticale as, de gevraagde hoeveelheid op de horizontale as.
Inzicht in de vraagcurve
De vraagcurve zal van links naar rechts naar beneden gaan, wat de wet van de vraag uitdrukt: naarmate de prijs van een bepaald product stijgt, neemt de gevraagde hoeveelheid af, terwijl al het andere gelijk is.
Merk op dat deze formulering impliceert dat prijs de onafhankelijke variabele is en hoeveelheid de afhankelijke variabele. In de meeste disciplines verschijnt de onafhankelijke variabele op de horizontale of x- as, maar economie vormt een uitzondering op deze regel.
Als de prijs van maïs bijvoorbeeld stijgt, zullen consumenten een prikkel hebben om minder maïs te kopen en dit te vervangen door ander voedsel, zodat de totale hoeveelheid maïs die de consument vraagt, zal afnemen.
Eis Elasticiteit
De mate waarin stijgende prijs zich vertaalt in een dalende vraag, wordt vraagelasticiteit of prijselasticiteit van de vraag genoemd. Als een stijging van de maïsprijzen met 50% ervoor zorgt dat de gevraagde hoeveelheid maïs met 50% daalt, is de vraagelasticiteit van maïs 1. Als een stijging van de maïsprijzen met 50% de gevraagde hoeveelheid slechts met 10% doet afnemen, is de vraagelasticiteit 0,2. De vraagcurve is ondieper (dichter bij horizontaal) voor producten met een meer elastische vraag en steiler (dichter bij verticaal) voor producten met een minder elastische vraag.
Als een factor naast prijs of hoeveelheid verandert, moet een nieuwe vraagcurve worden getekend. Stel bijvoorbeeld dat de bevolking van een gebied explodeert, waardoor het aantal te voeden monden toeneemt. In dit scenario zal er meer maïs worden gevraagd, zelfs als de prijs gelijk blijft, wat betekent dat de curve zelf naar rechts verschuift (D 2 ) in de onderstaande grafiek. Met andere woorden: de vraag zal toenemen.
Ook andere factoren kunnen de vraagcurve verschuiven, zoals een verandering in de voorkeuren van de consument. Als culturele verschuivingen ervoor zorgen dat de markt maïs mijdt ten gunste van quinoa, zal de vraagcurve naar links verschuiven (D 3 ). Als het inkomen van de consument daalt, waardoor hij minder in staat is om maïs te kopen, zal de vraag naar links verschuiven (D 3 ). Als de prijs van een vervangingsmiddel – vanuit het perspectief van de consument – stijgt, zullen consumenten in plaats daarvan maïs kopen en zal de vraag naar rechts verschuiven (D 2 ). Als de prijs van een complement, zoals houtskool om maïs te grillen, stijgt, zal de vraag naar links verschuiven (D 3 ). Als de toekomstige prijs van maïs hoger is dan de huidige prijs, zal de vraag tijdelijk naar rechts verschuiven (D 2 ), aangezien consumenten een prikkel hebben om nu te kopen voordat de prijs stijgt.
De terminologie rond vraag kan verwarrend zijn. “Hoeveelheid” of “gevraagde hoeveelheid” verwijst naar de hoeveelheid van het goed of de dienst, zoals korenaren, bushels tomaten, beschikbare hotelkamers of arbeidsuren. In het dagelijkse gebruik zou dit de “vraag” kunnen worden genoemd, maar in de economische theorie verwijst “vraag” naar de hierboven getoonde curve, die de relatie aangeeft tussen de gevraagde hoeveelheid en de prijs per eenheid.
Uitzonderingen op de vraagcurve
Er zijn enkele uitzonderingen op regels die van toepassing zijn op de relatie die bestaat tussen prijzen van goederen en vraag. Een van deze uitzonderingen is een Giffen-goed. Dit is er een die wordt beschouwd als een basisvoedsel, zoals brood of rijst, waarvoor er geen levensvatbaar alternatief is. Kortom, de vraag naar een Giffen-goed zal toenemen als de prijs stijgt, en het zal dalen als de prijzen dalen. De vraag naar deze goederen stijgt, wat in strijd is met de wetten van de vraag. Daarom zal de typische reactie (stijgende prijzen die een substitutie-effect veroorzaken) niet bestaan voor Giffen-goederen, en de prijsstijging zal de vraag blijven stimuleren.