Europese Bankautoriteit (EBA)
Wat is de Europese Bankautoriteit (EBA)?
De Europese Bankautoriteit (EBA) is een regelgevende instantie die streeft naar het handhaven van financiële stabiliteit in de hele banksector van de Europese Unie (EU). Het werd in 2010 opgericht door het Europees Parlement, ter vervanging van het Comité van Europese bankentoezichthouders (CEBS).
Belangrijkste leerpunten
- De Europese Bankautoriteit (EBA) streeft naar handhaving van de financiële stabiliteit in het bankwezen van de Europese Unie door regelmatige solvabiliteitscontroles uit te voeren.
- De EBA zorgt voor markttransparantie, oefent kwaliteitscontrole uit over nieuwe bankinstrumenten en beschermt investeerders.
- EBA-transparantieoefeningen omvatten het cultiveren van gegevens over het kapitaal, de winsten en verliezen, het kredietrisico en andere statistieken van een bank.
De basisprincipes van de Europese Bankautoriteit (EBA)
De EBA is belast met het ontwikkelen van technische reguleringsnormen en regels voor financiële ondernemingen in de interne markt van de EU. Het houdt toezicht op kredietinstellingen, beleggingsondernemingen en kredietinstellingen. De regels die het oplegt, zijn bedoeld om de volgende doelstellingen te bereiken:
- Behoud de integriteit van de financiële sector.
- Bewaar publieke waarden door te zorgen voor markttransparantie.
- Stabiliseer het financiële systeem.
- Bewaak de kwaliteit van nieuwe instrumenten die door instellingen worden uitgegeven.
- Bescherm consumenten, investeerders en spaarders.
- Regel het toezicht op financiële instellingen.
De Europese Centrale Bank (ECB) zorgt ervoor dat banken de regels volgen die zijn opgesteld door de EBA, die jaarlijkse transparantieoefeningen en stresstests uitvoert bij meer dan 100 EU-banken. Dit omvat het cultiveren van fiscale gegevens over het kapitaal van een bank, de risicogewogen activa (RWA), geboekte winsten en verliezen, marktrisico’s en kredietrisico’s. De stresstests die de EBA aan financiële instellingen oplegt, zijn bedoeld om te bepalen of elke instelling in de nasleep van financiële crises solvabel blijft.
Voorbeeld uit de praktijk de Europese Bankautoriteit (EBA)
Uit de stresstest van 2016, uitgevoerd op 51 banken uit 15 EU- en Europese Economische Ruimte (EER) -landen, bleek dat alleen de Banca Monte dei Paschi di Siena (MPS) in Italië niet over de toereikende kapitaalreserves beschikte die nodig waren om een driejarige economische schok te doorstaan.
Na deze resultaten schrapte MPS veel van zijn niet-renderende leningen van zijn balans, in een strategische poging om het kapitaalniveau op te voeren tot de vereiste drempel.
De bevoegdheden van de EBA zijn verstrekkend in die zin dat zij de nationale toezichthouders kan overrulen die achtergesteld raken bij het reguleren van hun banken zelf.
Achtergrondinformatie over de EBA
De ECB houdt toezicht op banken om ervoor te zorgen dat ze de regels volgen die zijn opgesteld door de EBA, die is ontstaan als onderdeel van de Europese toezichthoudende autoriteit (ESA), die ook bestaat uit de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EIOPA). De EIOPA is verantwoordelijk voor het beschermen van polishouders, pensioengerechtigden en begunstigden.
De effectiviteit van bankactiviteiten
De financiële crisis van 2008 en de Europese staatsschuldencrisis hebben de algemene tekortkomingen in de bankactiviteiten van de EU aan het licht gebracht. Na de ineenstorting van de Amerikaanse hypotheekzeepbel en de onthulling van Griekenland dat de tekorten veel groter waren dan eerder werd gedacht, werden staten in de eurozone zoals Portugal, Ierland, Spanje en Griekenland zelf geconfronteerd met torenhoge kosten voor het aflossen van schulden. Deze naties zochten bijgevolg reddingsoperaties van internationale instellingen.
Fiscale bezuinigingsmaatregelen die bedoeld zijn om landen te helpen uit hun reddingsprogramma te stappen, hebben de Europese economische groei vertraagd. Tegelijkertijd heeft de introductie van negatieve rentetarieven door de ECB en andere centrale banken de marges van banken onder druk gezet.
Deze factoren, gecombineerd met toegenomen regelgeving en slecht beheer, hebben geleid tot zorgen over de duurzaamheid van het Europese bankwezen. In januari 2018 worstelden Italiaanse banken bijvoorbeeld onder het gewicht van € 360 miljard ($ 410 miljard) aan niet-renderende leningen, wat neerkomt op ongeveer 25% van het bbp van het land. Zoals het er nu uitziet, blijft de schuldquote van Italië nog steeds zorgelijk en blijven de vooruitzichten onzeker.