Drijvende Lien
Wat is een drijvend pandrecht?
Een vlottend pandrecht, ook wel een vlottende vergoeding genoemd, is een manier voor een bedrijf om een lening te verkrijgen met behulp van een zekerheidsrecht in een algemene reeks activa, waarin de individuele activa niet specifiek worden geïdentificeerd, als onderpand.
Doorgaans zou een lening worden gedekt door vaste activa zoals onroerend goed of apparatuur, maar met een variabel pandrecht zijn de onderliggende activa meestal vlottende activa of kortetermijnactiva die in waarde kunnen veranderen.
Hoe een drijvend pand werkt
Zwevende pandrechten zijn een effectieve manier voor detailhandelaren en andere op producten gebaseerde bedrijven om hun voorraad of debiteuren als onderpand te gebruiken. De feitelijke items kunnen voortdurend veranderen, maar het zwevende retentierecht verzekert de schuldeiser dat zijn lening is beveiligd tegen nieuwe items. De lener heeft het recht om zijn activa te verkopen, over te dragen of te vervreemden tijdens de normale bedrijfsuitoefening.
Met vlottende pandrechten hebben bedrijfseigenaren dus toegang tot kapitaal dat is beveiligd met dynamische of circulerende activa. De activa die de vlottende kosten dekken, zijn vlottende activa op korte termijn, die gewoonlijk binnen een jaar door een bedrijf worden verbruikt. De vlottende kosten worden gedekt door de vlottende activa, terwijl het bedrijf deze activa kan gebruiken om zijn bedrijfsactiviteiten uit te voeren.
Als het bedrijf in gebreke blijft of anderszins de lening niet terugbetaalt, “kristalliseert” de variabele vergoeding zich in een vaste vergoeding en wordt de kredietgever de eerste schuldeiser die kan opnemen tegen de onderliggende activa.
Belangrijkste leerpunten
- Een vlottend pandrecht (vlottende kosten) is een methode die bedrijven gebruiken om financiering te verkrijgen, gedekt door kortlopende vlottende activa in plaats van bepaalde vaste activa.
- In de detailhandel kunnen zwevende pandrechten worden gedekt door voorraden of vorderingen.
- Drijvende pandrechten kunnen worden omgezet in vaste ladingen via een kristallisatieproces. Dit gebeurt doorgaans alleen als een bank in gebreke blijft of failliet gaat.
Kristallisatie van drijvende naar vaste lasten
Kristallisatie is het proces waarbij een zwevende retentierecht of lading wordt omgezet in een vaste lading. Als een bedrijf de lening niet terugbetaalt of in liquidatie gaat, wordt het vlottende bedrag uitgekristalliseerd of bevroren tot een vast bedrag. Met een vast bedrag worden de activa door de kredietgever gefixeerd, zodat het bedrijf de activa niet kan gebruiken of verkopen.
Kristallisatie kan ook gebeuren als een bedrijf haar activiteiten beëindigt of als de lener en geldschieter naar de rechtbank stappen en de rechtbank een curator aanwijst. Eenmaal uitgekristalliseerd, kan het nu vastrentende effect niet worden verkocht en kan de geldschieter het in bezit nemen.
Doorgaans hebben vaste kosten betrekking op schulden die gedekt zijn door materiële activa, zoals gebouwen of uitrusting. Als een bedrijf bijvoorbeeld een hypotheek op een gebouw afsluit, is de hypotheek een vast bedrag en kan het bedrijf het onderliggende actief (het gebouw) niet verkopen, overdragen of vervreemden totdat het de lening heeft terugbetaald of aan andere voorwaarden voldoet die in de hypotheekcontract.