24 juni 2021 14:29

Vrije onderneming

Wat is gratis ondernemen?

Vrij ondernemerschap, of de vrije markt, verwijst naar een economie waarin de markt prijzen, producten en diensten bepaalt in plaats van de overheid. Bedrijven en diensten zijn vrij van overheidscontrole. Als alternatief zou vrij ondernemerschap kunnen verwijzen naar een ideologisch of juridisch systeem waarbij commerciële activiteiten voornamelijk worden gereguleerd door middel van particuliere maatregelen.

Gratis ondernemen als recht en economie

In principe en in de praktijk worden vrije markten bepaald door privé- eigendomsrechten, vrijwillige contracten en concurrerende biedingen voor goederen en diensten op de markt. Dit kader staat in contrast met openbaar eigendom van eigendom, dwangactiviteiten en vaste of gecontroleerde distributie van goederen en diensten.

In westerse landen wordt vrij ondernemerschap geassocieerd met laissez-faire kapitalisme en filosofisch libertarisme. Vrij ondernemerschap is echter iets anders dan kapitalisme. Kapitalisme verwijst naar een methode waarmee schaarse middelen worden geproduceerd en verdeeld. Vrij ondernemerschap verwijst naar een reeks wettelijke regels met betrekking tot commerciële interactie.

Een andere definitie van vrij ondernemerschap is in termen van economie en werd aangeboden door de Nobelprijswinnaar Friedrich Hayek. Hayek omschreef dergelijke systemen als “spontane orde”. Hayek’s punt was dat vrij ondernemerschap niet ongepland of niet gereguleerd is; planning en regulering komen eerder voort uit de coördinatie van gedecentraliseerde kennis tussen talloze specialisten, niet tussen bureaucraten.

Belangrijkste leerpunten

  • Vrij ondernemerschap verwijst naar zakelijke activiteiten die niet worden gereguleerd door de overheid, maar worden gedefinieerd door een reeks wettelijke regels, zoals eigendomsrechten, contracten en concurrerende biedingen.
  • Het argument voor vrij ondernemerschap is gebaseerd op de overtuiging dat inmenging van de overheid in het bedrijfsleven en de economie de groei belemmert.
  • Een rechtssysteem voor vrij ondernemerschap leidt meestal tot kapitalisme.

De oorsprong van Free Enterprise

De eerste schriftelijke intellectuele verwijzing naar systemen voor vrij ondernemerschap is mogelijk in China ontstaan ​​in de vierde of vijfde eeuw voor Christus, toen Laozi, of Lao-tzu, beweerde dat regeringen groei en geluk belemmerden door in te grijpen in individuen.

Wettelijke codes die leken op vrije ondernemingssystemen waren pas veel later gebruikelijk. De oorspronkelijke thuisbasis van hedendaagse vrije markten was Engeland tussen de 16e en 18e eeuw. Deze groei viel samen met en heeft waarschijnlijk bijgedragen aan de eerste industriële revolutie en de geboorte van het moderne kapitalisme. Ooit was de Engelse juridische code volledig vrij van internationale handelsbelemmeringen, tarieven, toegangsbelemmeringen in de meeste bedrijfstakken en beperkingen op particuliere zakelijke contracten.

De Verenigde Staten gebruikten in de 18e en 19e eeuw ook een grotendeels vrijemarktrechtelijke benadering. In moderne tijden zijn zowel de Verenigde Staten als het Verenigd Koninkrijk echter beter geclassificeerd als gemengde economieën. Landen als Singapore, Hong Kong en Zwitserland zijn meer een afspiegeling van vrij ondernemerschap.

Voorbeeld uit de echte wereld

Bij gebrek aan centrale planning, heeft een rechtssysteem voor vrij ondernemerschap de neiging om kapitalisme te produceren, hoewel het mogelijk is dat vrijwillig socialisme of zelfs agrarisme het resultaat zou kunnen zijn. In kapitalistische economische systemen, zoals die van de Verenigde Staten, bepalen consumenten en producenten individueel welke goederen en diensten ze produceren en kopen. Contracten worden vrijwillig aangegaan en kunnen zelfs privé worden afgedwongen; bijvoorbeeld door burgerlijke rechtbanken. Concurrerende biedingen bepalen de marktprijzen.

Het Amerikaanse economische systeem van vrij ondernemerschap heeft vijf hoofdprincipes: de vrijheid van individuen om bedrijven te kiezen, het recht op privébezit, winst als stimulans, concurrentie en consumentensoevereiniteit.