24 juni 2021 16:10

Hoe het BBP te berekenen met de uitgavenbenadering

De uitgavenbenadering voor het berekenen van het bruto binnenlands product  (bbp) houdt rekening met de som van alle eindgoederen en diensten die in een economie gedurende een bepaalde periode worden gekocht. Dat omvat alle consumentenuitgaven, overheidsuitgaven, bedrijfsinvesteringen en netto-export. Kwantitatief gezien is het resulterende BBP hetzelfde als de totale vraag, omdat ze dezelfde formule gebruiken.

De formule voor uitgaven BBP

Uitgaven BBP en totale vraag

Uitgaven zijn een verwijzing naar uitgaven. Een ander woord voor uitgaven is vraag. De totale uitgaven, of vraag, in de economie staan ​​bekend als de totale vraag. Dit is de reden waarom de BBP-formule dezelfde is als de formule voor het berekenen van de totale vraag. Daarom moeten de totale vraag en het BBP van de uitgaven samen dalen of stijgen.

Deze gelijkenis is er echter technisch niet altijd, vooral als we kijken naar het BBP op de lange termijn. De geaggregeerde vraag op korte termijn meet alleen de totale productie voor een enkel nominaal prijsniveau, of het gemiddelde van de huidige prijzen over het hele spectrum van goederen en diensten die in de economie worden geproduceerd. De totale vraag is op de lange termijn alleen gelijk aan het bbp na correctie voor het prijsniveau.

Aanpak van uitgaven versus inkomensbenadering

Er zijn verschillende manieren om de totale output in een economie te meten. Standard Keynesiaanse macro-economische theorie biedt twee van dergelijke methoden om het BBP te meten: de inkomensbenadering en de uitgavenbenadering.

Van de twee wordt de uitgavenbenadering vaker genoemd. De keynesiaanse theorie hecht extreem macro-economisch belang aan de bereidheid van bedrijven, individuen en overheden om geld uit te geven.

Het belangrijkste verschil tussen de uitgavenbenadering en de inkomstenbenadering is hun uitgangspunt. De uitgavenbenadering begint met het geld dat aan goederen en diensten wordt besteed. Omgekeerd begint de inkomensbenadering met het inkomen dat wordt verdiend met de productie van goederen en diensten (lonen, huren, rente, winsten).

Van BNP naar BBP

In 1991schakelden deVerenigde Staten officieel over van hetbruto nationaal product  (BNP) naar het BBP.

Zowel het BNP als het BBP proberen de waarde te volgen van goederen en diensten die in een economie worden geproduceerd, maar ze gebruiken verschillende criteria om deze waarde te bepalen.

Het BNP volgt de totale waarde van goederen en diensten die door alle burgers van de VS worden geproduceerd, ongeacht de fysieke locatie. (Het telt bijvoorbeeld mensen die in het buitenland wonen en buitenlandse investeringen). Het BBP houdt de waarde bij van alle goederen en diensten die binnen de fysieke grenzen van de Verenigde Staten worden geproduceerd, ongeacht de nationale oorsprong.

De waarde van goederen die in de VS door buitenlandse bedrijven worden geproduceerd, zou bijvoorbeeld wel in het bbp worden meegerekend, maar niet in het bbp. Als een inwoner van de VS bijvoorbeeld in onroerend goed in het buitenland investeert en er geld aan verdient, dan wordt die waarde wel in het BNP opgenomen, maar niet in het BBP.