Supervisory Capital Assessment Program (SCAP)
Wat is het Supervisory Capital Assessment Program (SCAP)?
Het Supervisory Capital Assessment Program (SCAP) was een financiële stresstest van Amerika’s grootste banken, eenmalig uitgevoerd door het Federal Reserve System, midden in de financiële crisis van 2008-2009.
De test was een beoordeling van de kapitaalbuffers van Amerikaanse bankinstellingen die in het voorjaar van 2009 werd uitgevoerd. Het was bedoeld om de financiële kracht te meten van de 19 grootste financiële instellingen van het land in de toekomst.
Belangrijkste leerpunten
- De SCAP-test is slechts één keer uitgevoerd, midden in de financiële crisis van 2008-2009.
- De test meet het vermogen van de grootste banken van Amerika om een andere extreme maar hypothetische toekomstige crisis te doorstaan.
- Tien van de 19 “too big to fail” banken bleken over onvoldoende kapitaal te beschikken om een nieuwe crisis het hoofd te bieden.
Door de financiële crisis waren veel banken en instellingen ernstig ondergekapitaliseerd, en de stresstests waren bedoeld om aan te tonen hoe goed de banksector het hoofd kon bieden aan de gevolgen van een grote economische neergang.
Hoe SCAP werkte
De stresstests werden alleen uitgevoerd bij bankinstellingen met een vermogen van meer dan $ 100 miljard. Dit waren in wezen de banken die de Fed vond “te groot om failliet te gaan”.
Federale bankentoezichthouders probeerden vast te stellen of elk van deze instellingen een voldoende kasbuffer had om verliezen op te vangen en toch klanten toegang tot krediet te blijven bieden. Bij de stresstest werd een basisscenario gebruikt om het gewone Tier 1-kapitaal of de beschikbare kasreserves van elke instelling te meten. De instellingen werden ook op hun prestaties getoetst aan een hypothetisch en extreem scenario, een soort worstcasescenario.
Banken kunnen een van de vijf cijfers behalen:
- Goed gekapitaliseerd
- Adequaat hoofdlettergebruik
- Ondergekapitaliseerd
- Aanzienlijk onderkapitalisatie
- Kritisch ondergekapitaliseerd
Een hypothetische SCAP-test
De stresstests testten de hypothetische prestaties van de banken in een reeks scenario’s, de ene slechter dan de andere. Een stresstest zou bijvoorbeeld kunnen vragen, wat als al het volgende tegelijkertijd zou gebeuren: een werkloosheidspercentage van 10%, een daling van 20% op de aandelenmarkt en een daling van 40% in de huizenprijzen in het hele land. Elke bank kreeg de opdracht om de komende negen kwartalen van haar verwachte financiële gegevens te gebruiken om te bepalen of ze voldoende kapitaal zouden hebben om de gesimuleerde crisis te doorstaan.
Wat de Fed heeft gevonden
Toen het testen was voltooid, toonden de eindresultaten aan dat 10 van de 19 geteste banken tijdens een financiële crisis onvoldoende kapitaal zouden hebben gehad om aan hun zakelijke behoeften te voldoen.
Elke bank die een test onderging, voldeed echter aan de wettelijk verplichte kapitaalvereisten.
De Fed publiceerde de scores van de banken die de stresstests ondergingen. Banken die niet slaagden voor de stresstests, kwamen slecht over op het publiek.
De tests in het algemeen hielpen om mogelijke dreigingen van economische rampen binnen de banksector te identificeren. De resultaten zetten de banken onder druk om bij een volgende financiële crisis hogere reserves aan te houden.