25 juni 2021 3:43

Interne versus externe schaalvoordelen: wat is het verschil?

Interne en externe schaalvoordelen: een overzicht

Een schaalvoordeel is een micro term die verwijst naar factoren die de productiekosten omlaag terwijl verhoging van de output. Er zijn twee soorten schaalvoordelen: interne en externe schaalvoordelen. Interne schaalvoordelen zijn bedrijfsspecifiek – of worden intern veroorzaakt – terwijl externe schaalvoordelen optreden op basis van grotere veranderingen buiten het bedrijf. Beide resulteren in dalende marginale productiekosten, maar het netto-effect is hetzelfde.

Econoom Alfred Marshall maakte eerst een onderscheid tussen interne en externe schaalvoordelen. Hij suggereerde dat de productiefactoren in grote lijnen – zoals land, arbeid en effectief kapitaal – een positief extern karakter hadden voor alle bedrijven.  Deze externaliteitsargumenten worden aangevoerd ter verdediging van openbare infrastructuurprojecten of overheidsonderzoek.

Belangrijkste leerpunten

  • Interne schaalvoordelen meten de efficiëntie van de productie van een bedrijf en treden op vanwege factoren die worden gecontroleerd door het managementteam.
  • Externe schaalvoordelen ontstaan ​​door grotere veranderingen binnen de branche, dus als de branche groeit, dalen de gemiddelde bedrijfskosten.
  • Interne schaalvoordelen bieden grotere concurrentievoordelen omdat een externe schaalvoordelen onder concurrenten wordt gedeeld.

Interne schaalvoordelen

Een interne schaalvoordelen meet de efficiëntie van de productie van een bedrijf. Die efficiëntie wordt bereikt doordat het bedrijf de output verbetert wanneer de gemiddelde kosten per product dalen. Dit soort schaalvoordelen is een gevolg van de omvang van een bedrijf en wordt gecontroleerd door zijn managementteams, zoals personeel, productiemaatregelen en machines. De factoren zijn dus onafhankelijk van de hele branche.

Er zijn verschillende soorten interne schaalvoordelen. Technische schaalvoordelen worden bereikt door het gebruik van grootschalige kapitaalmachines of productieprocessen. Het klassieke voorbeeld van een technische interne schaalgrootte is Henry Ford’s assemblagelijn. Een ander type doet zich voor wanneer bedrijven in grote hoeveelheden inkopen en kortingen krijgen voor hun grote aankopen of lagere kosten per eenheid input. Door bezuinigingen op de administratieve kosten kan de marginale productiviteit afnemen, met schaalvoordelen tot gevolg.



Schaalvoordelen treden op wanneer de schaalvoordelen van een bedrijf niet meer functioneren, wat leidt tot een stijging van de marginale kosten – in plaats van een afname – wanneer de output toeneemt.

Externe schaalvoordelen

Van externe schaalvoordelen wordt algemeen gezegd dat ze een effect hebben op de hele industrie. Dus als de branche groeit, dalen de gemiddelde bedrijfskosten. Externe schaalvoordelen kunnen ontstaan ​​door positieve en negatieve externe effecten. Positieve externe effecten zijn onder meer geschoold of gespecialiseerd personeel, relaties tussen leveranciers en / of meer innovatie. Negatieve problemen komen voor op bedrijfstakniveau en worden vaak externe nadelen genoemd.

Er zijn verschillende factoren die bijdragen aan externe schaalvoordelen. Wanneer concurrerende bedrijven zich vestigen in een bepaald gebied, zullen gespecialiseerde werknemers werk zoeken. Een voorbeeld hiervan is de IT-industrie in Silicon Valley, die een speciale groep geschoolde werknemers heeft aangetrokken. Ten tweede kunnen bepaalde industrieën zo belangrijk worden dat ze onderhandelingsmacht kunnen ontwikkelen met politici en lokale overheden. Dit kan op zijn beurt leiden tot een gunstiger behandeling in de vorm van subsidies of andere concessies. De olie-industrie heeft een lange geschiedenis van subsidies in de Verenigde Staten, die historisch gezien werden gegeven om een ​​gestage stroom van binnenlands aanbod voort te zetten.

Competitieve voordelen

Interne schaalvoordelen bieden grotere concurrentievoordelen dan externe schaalvoordelen. Dit komt doordat een externe schaalvoordeel doorgaans wordt gedeeld door concurrerende bedrijven. De uitvinding van de auto of het internet hielp allerlei soorten producenten. Als de financieringskosten in de hele economie dalen omdat de overheid een expansief monetair beleid voert, kunnen de lagere tarieven door meerdere bedrijven worden overgenomen. Dit betekent niet dat elke externe schaalvoordelen een wasbeurt zijn. Bedrijven kunnen nog relatief meer of minder profiteren van externe schaalvoordelen. Niettemin belichamen interne schaalvoordelen een grotere mate van exclusiviteit.