25 juni 2021 4:56

Agency Theory vs. Stakeholder Theory: wat is het verschil?

Agency Theory vs. Stakeholder Theory: een overzicht

Er zijn bepaalde theorieën die zakelijke relaties verklaren en die worden gebruikt om deze relaties te begrijpen en uit te leggen. In het bijzonder bieden de theorieën een manier om zakelijke uitdagingen te begrijpen. Er zijn problemen in het bedrijfsleven die het gevolg kunnen zijn van oprechte verkeerde informatie of die feitelijk kunnen worden veroorzaakt door botsende zakelijke belangen.

De theorieën van bureau en belanghebbenden worden vaak gebruikt om de belangen van aandeelhouders, werknemers, klanten, het publiek en verkopers te schetsen. Veel uitdagingen die zich voordoen in de zakenwereld als gevolg van onvolledige informatie, miscommunicatie en conflicten, kunnen worden verklaard met behulp van deze twee theorieën.

Belangrijkste leerpunten

  • De agency-theorie probeert de belangen van een principaal en een agent te schetsen, waaronder een individu en een financieel planner.
  • De stakeholdertheorie suggereert dat er verschillen zijn tussen individuele groepen binnen een organisatie, zoals de werknemers, investeerders en leveranciers.
  • Agency theory richt zich primair op het belang van de aandeelhouder (s), terwijl de hoofdtheorie het hele scala van stakeholders omvat.

Agentschap theorie

Agency theory beschrijft de problemen die optreden wanneer de ene partij de andere vertegenwoordigt in het bedrijfsleven, maar andere opvattingen heeft over belangrijke zakelijke kwesties of andere belangen dan de opdrachtgever. De agent die namens een andere partij handelt, kan het oneens zijn over de beste handelwijze en toestaan ​​dat persoonlijke overtuigingen de uitkomst van een transactie beïnvloeden.

De makelaar kan er ook voor kiezen om in eigenbelang te handelen in plaats van in het belang van de opdrachtgever. Dit kan resulteren in een conflict tussen de twee partijen en kan een probleem zijn met het bureau. De agency-theorie richt zich vooral op het belang van aandeelhouders.

Stakeholder-theorie

Stakeholdertheorie beschrijft de samenstelling van organisaties als een verzameling van verschillende individuele groepen met verschillende belangen. Deze belangen vertegenwoordigen samen de wil van de organisatie. Bij zakelijke beslissingen moet zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de belangen van deze collectieve groep en moet de algehele samenwerking worden bevorderd.

Conflict vertegenwoordigt een uitholling van deze belangen. Het is misschien niet altijd mogelijk om deze verschillende groepen bij elkaar te brengen om tot overeenstemming te komen, dus bij zakelijke beslissingen moet rekening worden gehouden met elk standpunt en moet de besluitvorming worden geoptimaliseerd om alle stemmen te omvatten.

Belangrijkste verschillen

Met de agency-theorie zijn er verschillen in wat de opdrachtgever en de agent denken dat de beste manier van handelen is, ook wel bekend als het principal-agent-probleem. De agententheorie kan ontstaan ​​in gevallen waarin portefeuillebeheerders – de agenten – activa beheren namens een persoon of bedrijf – de opdrachtgever. Verlies van een agentschap ontstaat wanneer de principaal suggereert dat er een verlies is opgetreden als gevolg van de acties van een agent die niet in het beste belang van de principaal waren.

Met de stakeholdertheorie is er een verschil in de prioriteiten voor stakeholders, zowel intern als extern. Interne belanghebbenden kunnen werknemers, investeerders of eigenaren zijn. Externe belanghebbenden zijn onder meer degenen die worden beïnvloed door de beslissingen van een bedrijf, zoals leveranciers of crediteuren.

Een voorbeeld hiervan is een conflict tussen bedrijfsmanagement en aandeelhouders. Het management kan beslissingen nemen die niet noodzakelijk de aandeelhouderswaarde verhogen, wat in strijd is met de belangen van de aandeelhouders. Prestatiegebaseerde beloning, die managementprikkels koppelt aan aandeelhouderswaarde, is een manier waarop bedrijven de stakeholdertheorie willen aanpakken. Dit komt echter zonder zijn eigen problemen, waaronder het proberen om kortetermijnprestaties te verbeteren ten koste van langetermijngroei.