Door onderpand gedekte hypotheekverplichting versus door onderpand gedekte obligatieverplichting
Zowel collateralized hypotheekverplichtingen (CMO’s) als collateralized bond obligaties (CBO’s) zijn vergelijkbaar in die zin dat beleggers betalingen ontvangen uit een pool van onderliggende activa. Het verschil tussen deze effecten zit in het soort activa dat investeerders cashflow oplevert.
Wat is een hypotheekverplichting tegen onderpand?
Een CMO is een type door hypotheek gedekte zekerheid (MBS) met afzonderlijke pools van doorgeefde zekerheidshypotheken die verschillende klassen van houders en looptijden (tranches) bevatten. Wanneer de onderliggende hypotheken van een CMO een slechte kredietkwaliteit hebben, zoals subprime-leningen, zal er te veel onderpand optreden.
Bij overcollateralisatie zal de emittent meer onderpand storten dan nodig is in een poging om een betere schuldbeoordeling te krijgen van een kredietbeoordelingsbureau. Vaak wordt een betere rating toegekend omdat beleggers (tot op zekere hoogte) worden opgevangen door een bepaald niveau van wanbetaling op hypotheken binnen de pool. De belangrijkste aflossingen van de hypotheken worden aan beleggers betaald tegen verschillende tarieven, afhankelijk van de tranche waarin de belegger koopt.
(Zie voor meer informatie Winst uit hypotheekschuld met MBS.)
Wat is een obligatieverplichting met onderpand?
Aan de andere kant is een CBO een obligatie van beleggingskwaliteit die wordt gedekt door een pool van laagwaardige schuldbewijzen, zoals rommelobligaties, in plaats van hypotheken. CBO’s zijn onderverdeeld in tranches op basis van verschillende niveaus van kredietrisico, in plaats van verschillende looptijden.
Net als CMO’s kunnen CBO’s ook hun kredietwaardigheid verhogen. Hun kredietrating wordt echter verhoogd tot investment grade door de diversificatie van verschillende obligatiekwaliteiten, in plaats van door overmatige zekerheden.