24 juni 2021 12:55

Economie

Wat is een economie?

Een economie is het grote aantal onderling gerelateerde productie, consumptie- en ruilactiviteiten die helpen bepalen hoe schaarse middelen worden toegewezen. De productie, consumptie en distributie van goederen en diensten worden gebruikt om te voorzien in de behoeften van degenen die leven en werken in de economie, ook wel een economisch systeem genoemd.

Belangrijkste leerpunten

  • Een economie is het grote aantal onderling gerelateerde productie- en consumptieactiviteiten die helpen bepalen hoe schaarse middelen worden toegewezen.
  • In een economie worden de productie en consumptie van goederen en diensten gebruikt om te voorzien in de behoeften van degenen die erin leven en werken.
  • Marktgebaseerde economieën hebben de neiging om goederen vrij door de markt te laten stromen, afhankelijk van vraag en aanbod.

Economieën begrijpen

Een economie omvat alle activiteiten die verband houden met productie, consumptie en handel in goederen en diensten in een gebied. Deze beslissingen worden genomen door een combinatie van markttransacties en collectieve of hiërarchische besluitvorming. Iedereen, van individuen tot entiteiten zoals gezinnen, bedrijven en regeringen, neemt deel aan dit proces. De economie van een bepaalde regio of land wordt onder meer bepaald door zijn cultuur, wetten, geschiedenis en geografie, en evolueert door de keuzes en acties van de deelnemers. Om deze reden zijn geen twee economieën identiek.

Soorten economieën

Marktgebaseerde economieën stellen individuen en bedrijven in staat om vrijelijk goederen uit te wisselen via de markt, afhankelijk van vraag en aanbod. De Verenigde Staten zijn vooral een markteconomie waar consumenten en producenten bepalen wat er wordt verkocht en geproduceerd. Producenten bezitten wat ze maken en bepalen hun eigen prijzen, terwijl consumenten bepalen wat ze kopen en beslissen hoeveel ze bereid zijn te betalen. 

Door deze beslissingen bepalen de wetten van vraag en aanbod de prijzen en de totale productie. Als de vraag van de consument naar een bepaald goed toeneemt, hebben de prijzen de neiging om te stijgen omdat consumenten bereid zijn meer voor dat goed te betalen. De productie heeft op zijn beurt de neiging toe te nemen om aan de vraag te voldoen, aangezien producenten gedreven worden door winst. Als gevolg hiervan heeft een markteconomie de neiging om zichzelf op natuurlijke wijze in evenwicht te brengen. Terwijl de prijzen in één sector voor een industrie stijgen als gevolg van de vraag, het geld en de arbeid die nodig zijn om aan die vraag te voldoen, verschuiven naar die plaatsen waar ze nodig zijn.

Zuivere markteconomieën bestaan ​​zelden, aangezien er meestal sprake is van overheidsingrijpen of centrale planning. Zelfs de Verenigde Staten kunnen als een gemengde economie worden beschouwd. Regelgeving, openbaar onderwijs en socialezekerheidsuitkeringen worden door de overheid verstrekt om de hiaten van een markteconomie op te vullen en evenwicht te helpen creëren. Als gevolg hiervan verwijst de term markteconomie naar een economie die in het algemeen meer marktgericht is.

Op commando gebaseerde economieën zijn afhankelijk van een centrale politieke agent, die de prijs en distributie van goederen controleert. Vraag en aanbod kunnen in dit systeem niet op natuurlijke wijze spelen omdat het centraal is gepland, dus onevenwichtigheden komen vaak voor.

Economieën studeren

De studie van economieën en de factoren die economieën beïnvloeden, wordt economie genoemd. De discipline economie kan worden onderverdeeld in twee belangrijke aandachtsgebieden, micro-economie en macro-economie.

Micro-economie bestudeert het gedrag van individuen en bedrijven om te begrijpen waarom ze de economische beslissingen nemen die ze nemen en hoe deze beslissingen het grotere economische systeem beïnvloeden. Micro-economie onderzoekt waarom verschillende goederen verschillende waarden hebben en hoe individuen met elkaar coördineren en samenwerken. Micro-economie heeft de neiging zich te concentreren op economische tendensen, zoals hoe individuele keuzes en acties van invloed zijn op veranderingen in de productie.

Macro-economie, aan de andere kant, bestudeert de hele economie, met de nadruk op grootschalige beslissingen en kwesties. Macro-economie omvat de studie van economiebrede factoren, zoals het effect van stijgende prijzen of inflatie op de economie. Macro-economie richt zich ook op het tempo van de economische groei of het bruto binnenlands product (bbp), dat de totale hoeveelheid goederen en diensten vertegenwoordigt die in een economie worden geproduceerd. Veranderingen in werkloosheid en nationaal inkomen worden ook bestudeerd. Kortom, macro-economie bestudeert hoe de geaggregeerde economie zich gedraagt.

Geschiedenis van het concept van economie

Het woord economie is Grieks en betekent ‘huishoudelijk beheer’. Economie als studiegebied werd aangeroerd door filosofen in het oude Griekenland, met name Aristoteles, maar de moderne studie van economie begon in het 18e-eeuwse Europa, met name in Schotland en Frankrijk.

De Schotse filosoof en econoom Adam Smith, die in 1776 het beroemde economische boek The Wealth of Nations schreef, werd in zijn tijd gezien als moraalfilosoof. Hij en zijn tijdgenoten geloofden dat economieën evolueerden van prehistorische ruilsystemen naar geldgedreven en uiteindelijk op krediet gebaseerde economieën. 

Tijdens de 19e eeuw zorgden technologie en de groei van de internationale handel voor sterkere banden tussen landen, een proces dat versnelde tot de Grote Depressie en de Tweede Wereldoorlog. Na 50 jaar van de Koude Oorlog hebben de late 20e en vroege 21e eeuw een hernieuwde globalisering van economieën gezien.