25 juni 2021 4:36

Welke factoren beïnvloeden de concurrentie in de micro-economie?

Vanuit micro-economisch perspectief kan concurrentie worden beïnvloed door vijf basisfactoren: productkenmerken, het aantal verkopers, toegangsdrempels, beschikbaarheid van informatie en locatie. Elke factor hangt af van de beschikbaarheid of aantrekkelijkheid van vervangende middelen en als er geen alternatieven bestaan ​​en het bedrijf een enkele verkoper van een uniek product is, bestaat er een monopolie en is er geen concurrentie.

Invloedrijke factoren

Productkenmerken beschrijven in wezen het niveau van differentiatie. Als het product van een bedrijf bijvoorbeeld homogeen is (vergelijkbaar met andere producten die al op de markt zijn), is het goed of de dienst volledig niet te onderscheiden van producten die door concurrenten worden verkocht. Deze situatie zou zware concurrentie met zich meebrengen.

Belangrijkste leerpunten

  • Vanuit micro-economisch perspectief kunnen vijf factoren (productkenmerken, aantal verkopers, toegangsdrempels, beschikbaarheid van informatie en informatie) de concurrentie beïnvloeden.
  • Wanneer een bedrijf een uniek product heeft dat geen ander bedrijf verkoopt, bestaat er een monopolie, aangezien er geen concurrentie is.
  • De meeste markten bevinden zich ergens tussen concurrentie en een monopolie in.
  • De mate van concurrentie zal ook variëren afhankelijk van de locatie, de toetredingsdrempels en de beschikbaarheid van prijsinformatie.

Als alternatief kan een product volledig gedifferentieerd zijn, wat betekent dat het uniek is. Als dat het geval is, zijn er wellicht weinig alternatieven en dus weinig concurrentie. De mate van differentiatie is grotendeels een subjectieve kwestie en afhankelijk van de mening van de consument.

Het aantal verkopers heeft ook invloed op de concurrentie. Als er veel verkopers zijn van een ongedifferentieerd product, wordt de concurrentie als hoog beschouwd. Als er weinig verkopers zijn, is de concurrentie laag. Als er één verkoper is, wordt de markt als een monopolie beschouwd.

Toegangsdrempels kunnen het aantal verkopers beïnvloeden. Marktkenmerken zoals hoge kapitaalinvesteringsvereisten of strenge regelgeving kunnen nieuwe bedrijven verhinderen de markt te betreden, wat op zijn beurt een niveau van bescherming biedt aan bestaande bedrijven. Met minder concurrentie door toetredingsdrempels kunnen bedrijven mogelijk hogere prijzen rekenen.

Ook de beschikbaarheid van informatie is belangrijk en draait vooral om prijsvorming. Wanneer klanten op een efficiënte en nauwkeurige manier de prijzen van concurrenten kunnen achterhalen, zijn bedrijven minder in staat om prijzen vast te stellen en is de concurrentie meer verhit.

Een effectieve locatiestrategie kan een groep potentiële klanten in het nauw drijven of anderszins effectiever bereiken dan de concurrentie. Benzinestations zijn bijvoorbeeld vaak strategisch gelegen op drukke hoeken.

Kenmerken van concurrentie

Het is het gemakkelijkst om deze kenmerken van concurrentie te begrijpen door de lens van de twee meest extreme versies: perfecte concurrentie en monopolie. In perfecte concurrentie is de marginale winst van elk bedrijf gelijk aan de marginale kosten; er is geen economische winst. In een monopolie is de marginale winst gelijk aan de marginale inkomsten, dat wil zeggen de incrementele inkomsten die worden gegenereerd door nog een eenheid van het product te verkopen.

Bedrijven met een perfecte concurrentie worden beschouwd als prijsnemers, wat betekent dat ze geen ruimte hebben om prijzen vast te stellen – dit is de reden waarom de marginale winst gelijk is aan de marginale kosten. Perfect concurrerende markten worden bepaald door een homogeen product, veel verkopers met een laag marktaandeel en absoluut geen toegangs- of uitstapbelemmeringen. Deze bedrijven zijn niet in staat hun producten te differentiëren en hun klanten beschikken over zeer nauwkeurige informatie.



Een monopolie houdt in dat één bedrijf de hele markt domineert. In deze situatie bepaalt het bedrijf de prijs en is er geen concurrentie.

De meeste markten bevinden zich ergens tussen perfecte concurrentie en monopolie in. De door Coca-Cola en Pepsi gedomineerde markt voor frisdranken zou bijvoorbeeld als een oligopolie kunnen worden beschouwd, waar een paar grote bedrijven het grootste deel van de markt domineren. De markt voor tomaten kan worden beschouwd als een stap of twee boven perfecte concurrentie; Sommige mensen zijn immers bereid meer te betalen voor biologische tomaten of erfstuktomaten, terwijl anderen alleen naar de prijs kijken.