25 juni 2021 4:51

Wat is de rol van de agency-theorie in corporate governance?

Agency-theorie wordt gebruikt om de relaties tussen agenten en opdrachtgevers te begrijpen. De agent vertegenwoordigt de principaal in een bepaalde zakelijke transactie en wordt geacht de belangen van de principaal te vertegenwoordigen zonder rekening te houden met het eigenbelang. De verschillende belangen van opdrachtgevers en agenten kunnen een bron van conflicten worden, aangezien sommige agenten mogelijk niet perfect in het beste belang van de opdrachtgever handelen. De resulterende miscommunicatie en onenigheid kunnen leiden tot verschillende problemen en onenigheid binnen bedrijven. Onverenigbare wensen kunnen een wig drijven tussen elke belanghebbende en inefficiënties en financiële verliezen veroorzaken. Dit leidt tot het principaal-agentprobleem.

Het principaal-agentprobleem doet zich voor wanneer de belangen van een principaal en een agent in conflict komen. Bedrijven moeten proberen deze situaties tot een minimum te beperken door middel van een solide bedrijfsbeleid. Deze conflicten bieden normaal ethische individuen kansen op moreel risico. Incentives kunnen worden gebruikt om het gedrag van de agent bij te sturen om deze belangen opnieuw af te stemmen op de zorgen van de opdrachtgever.

Corporate governance kan worden gebruikt om de regels waaronder de agent opereert te wijzigen en de belangen van de principaal te herstellen. De principaal moet, door de agent in dienst te nemen om de belangen van de principaal te behartigen, een gebrek aan informatie over de uitvoering van de taak door de agent overwinnen. Agenten moeten prikkels hebben die hen aanmoedigen om in harmonie met de belangen van de opdrachtgever te handelen. Agency-theorie kan worden gebruikt om deze prikkels op de juiste manier te ontwerpen door na te gaan welke belangen de agent motiveren om te handelen. Prikkels die het verkeerde gedrag aanmoedigen, moeten worden verwijderd en er moeten regels komen die moreel risico ontmoedigen. Door de mechanismen te begrijpen die problemen veroorzaken, kunnen bedrijven een beter bedrijfsbeleid ontwikkelen.

Om te bepalen of een agent al dan niet in het belang van zijn principaal handelt, is de norm van “agency loss” naar voren gekomen als een veelgebruikte maatstaf. Strikt gedefinieerd is agency loss het verschil tussen de optimale resultaten voor de opdrachtgever en de gevolgen van het gedrag van de agent. Als een makelaar bijvoorbeeld routinematig presteert met het belang van de opdrachtgever in gedachten, is er geen verlies van een agentschap. Maar hoe verder de acties van een agent afwijken van de belangen van de opdrachtgever, hoe groter het verlies van de agentschap wordt.

Agentschapverlies neemt af wanneer de volgende situaties zich voordoen:

  • De agent en de opdrachtgever hebben dezelfde belangen en wensen hetzelfde resultaat.
  • De directeur is zich bewust van de activiteiten van de agent, dus de directeur heeft een goede kennis van het serviceniveau dat hij ontvangt.

Als geen van deze gebeurtenissen zich voordoet, zal het agentschapsverlies waarschijnlijk toenemen. Daarom is de belangrijkste uitdaging het overtuigen van agenten om prioriteit te geven aan het beste belang van hun opdrachtgever en tegelijkertijd hun eigenbelang op de tweede plaats te zetten. Als het correct wordt gedaan, zal de agent de rijkdom van hun directeur koesteren, terwijl hij incidenteel hun bedrijfsresultaten verrijkt.