25 juni 2021 5:25

Is ondernemerschap een productiefactor?

Ondernemerschap is het aangaan van nieuwe zakelijke ondernemingen die uiteindelijk winstgevende bedrijven kunnen worden. Sommige economen zien ondernemerschap als een productiefactor omdat het de productie-efficiëntie van een bedrijf kan verhogen. Er bestaan ​​verschillende definities van ondernemers en ondernemerschap, en hoewel ondernemerschap geen land, arbeid of kapitaal is, plaatsen de meeste ondernemers in dezelfde kritieke categorie als meer consistent geïdentificeerde productiefactoren.

Belangrijkste leerpunten

  • De productiefactoren specificeren de inputs die nodig zijn om economische activiteit te produceren, en worden traditioneel gegeneraliseerd als: land; arbeid; en kapitaal.
  • Ondernemerschap omvat het nemen van risico’s en het organiseren van de productie door nieuwe bedrijven op te richten en nieuwe ideeën en nieuwe producten te verkennen.
  • Ondernemerschap kan worden gezien als de geheime saus die alle andere productiefactoren combineert tot een product of dienst voor de consumentenmarkt.

Productiefactoren

Productiefactoren zijn de inputs die nodig zijn voor het creëren van een goed of dienst. Sommige economen definiëren een ondernemer bijvoorbeeld als iemand die deze factoren – land, arbeid en kapitaal – voor winst gebruikt en gebruikt. Weer andere definities beschouwen ondernemerschap op een meer abstracte manier – ondernemers identificeren nieuwe kansen tussen de andere factoren zonder ze noodzakelijkerwijs te beheersen – wat impliceert dat ondernemerschap zelf een productiefactor is.

Omdat disruptieve innovaties het resultaat zijn van menselijk inzicht, is het niet helemaal duidelijk dat ondernemerschap als een productiefactor moet worden gezien die los staat van arbeid. Economen zijn het er niet over eens of ondernemers anders zijn dan arbeiders, een subgroep van arbeiders zijn of dat ze beide tegelijkertijd kunnen zijn.

Risico en de ondernemer

Een van de minst ontwikkelde aspecten van de reguliere micro-economie is de theorie van de ondernemer. De 18e-eeuwse econoom Richard Cantillon noemde ondernemers een ‘speciale, risicodragende groep mensen’. Risicodragen is sinds die tijd een belangrijk kenmerk van de economisch ondernemer.

Latere economen zoals Jean-Baptiste Say en Frank Knight geloofden dat marktrisico het cruciale element van de ondernemer was. Pas in het midden van de 20e eeuw ontwikkelden Joseph Schumpeter en Israel Kirzner onafhankelijk uitgebreide toepassingen van risicodragend vermogen in een productief kader.

Schumpeter merkte op dat de andere productiefactoren een coördinatiemechanisme vereisten om economisch bruikbaar te zijn. Hij geloofde ook dat winst en rente alleen bestaan ​​in een dynamische omgeving waar sprake is van economische ontwikkeling. Volgens Schumpeter vindt ontwikkeling plaats wanneer creatieve individuen nieuwe combinaties van de productiefactoren bedenken. Schumpeter voerde aan dat ondernemers voor dynamiek en groei zorgden.

Waarde en rendement

Sommige economen definiëren de productiefactoren als die inputs die waarde genereren en opbrengsten ontvangen. Arbeid genereert waarde en ontvangt loon als betaling voor werk. Kapitaal ontvangt rente als betaling voor het gebruik ervan. Land ontvangt huur als betaling voor het gebruik ervan. Volgens deze theorie is het de ondernemer die winst ontvangt.

Deze theorie maakt een duidelijk onderscheid tussen de arbeider en de ondernemer op basis van het type rendement. Er zijn enkele belangrijke uitdagingen voor deze visie. Ontvangen ondernemers bijvoorbeeld winst die in verhouding staat tot hun marginale inkomstenproduct? Is er een definieerbare markt voor ondernemerschap die overeenkomt met het rendement ervan en overeenkomt met een oplopende aanbodcurve?

Ondernemers en eigendom van activa

Deze problemen roepen een andere vraag op: heeft een ondernemer noodzakelijkerwijs toegang tot economische activa nodig? Sommige economen zeggen nee – het zijn alleen de ideeën die ertoe doen. Dit wordt ook wel de “pure” ondernemer genoemd. Volgens deze theorie zijn ondernemende handelingen niet marginaal en puur intellectueel.

Anderen zijn het daar echter niet mee eens, aangezien alleen een eigenaar van activa kan worden blootgesteld aan risico’s die inherent zijn aan die activa. Deze visie gaat ervan uit dat ondernemerschap wordt belichaamd in de oprichting en werking van een bedrijf en de inzet van de andere factoren.

De Oostenrijkse econoom Peter Klein zegt dat als ondernemerschap wordt behandeld als een proces of attribuut – niet als een werkgelegenheidscategorie – het niet als een productiefactor kan worden behandeld. Normale productiefactoren kunnen worden afgeschreven in tijden van economische strijd. Dit geldt echter niet voor attributen.