Stijgen en dalen de olie- en aardgasprijzen samen?
Voor handelaren die actief zijn in de energiesector hebben ruwe olie en aardgas de meeste belangstelling. Er volgt een continue discussie over hoe olie- en aardgasprijzen met elkaar in verband staan en in welke mate. Dit artikel onderzoekt de relatie tussen de prijzen van ruwe olie en aardgas.
Belangrijkste leerpunten
- Grafiekvergelijkingen van ruwe olie en aardgas van 2017 tot en met 2019 laten een minimale correlatie zien.
- MER-gegevens laten een sterke correlatie zien tussen ruwe olie en aardgas tussen 2003 en 2008, maar weinig tot geen correlatie tussen 2009 en 2020.
- De toegenomen schalieproductie in de Verenigde Staten biedt een mogelijke verklaring voor de ontkoppeling van de prijzen voor ruwe olie en aardgas, omdat aardgas een geregionaliseerd product is.
- Er kunnen sterkere periodes van correlatie ontstaan tussen de twee grondstoffen, omdat olie en aardgas elkaar nauw vervangen.
Historische prijzen van ruwe olie en aardgas
Laten we beginnen met de historische prijswaarnemingen voor beide activa om de context te bepalen. Hieronder staan twee grafieken die de prijzen van respectievelijk Brent-olie (een type olie dat een maatstaf vormt voor de olieprijzen op de wereldmarkt) en aardgas voor de afgelopen drie jaar in kaart brengen.
Ruwe olie grafiek
In april 2020 stortten de olieprijzen in tijdens de COVID-19-pandemie en economische vertraging. De Organisatie van Olie-exporterende Landen (OPEC) en haar bondgenoten stemden in met historische productieverlagingen om de prijzen te stabiliseren, maar de prijzen daalden nog steeds tot een van de laagste niveaus in meer dan 20 jaar.
Aardgaskaart
De bovenstaande grafieken laten zien dat beide grondstoffen voornamelijk zijwaarts volgden om te dalen in de eerste zes maanden van 2017. Tussen juni van dat jaar en mei 2018 vertoonde de prijs van ruwe olie echter een hogere trend, terwijl de aardgasprijzen relatief vlak bleven. Beide activa daalden sterk in het vierde kwartaal van 2018, hoewel de uitverkoop van ruwe olie begin oktober begon, terwijl de aardgasprijzen pas in december begonnen te dalen.
De prijzen begonnen in 2019 weer te divergeren, waarbij de olieprijzen zich tussen januari en april herstelden, terwijl aardgas steeds lager bleef. Van juni 2019 tot het einde van het jaar handelde ruwe olie zijwaarts, terwijl de aardgasprijzen iets hoger stegen.
Uit de bovenstaande waarnemingen blijkt dat er weinig correlatie bestaat tussen de prijzen van ruwe olie en aardgas over de bredere periode van drie jaar die we hebben besproken. Een blik op andere gegevensbronnen kan echter een andere kijk bieden. De Amerikaanse Energy Information Administration (EIA) levert historische gegevens voor een correlatieonderzoek tussen ruwe olie en andere grondstoffen. De volgende tabel is samengesteld op basis van de kwartaalgegevens en toont de correlatie tussen prijswijzigingen voor aardgas en ruwe Brent-olie.
Correlatie: de cijfers begrijpen
In de eenvoudigste bewoordingen is de correlatie tussen twee activaprijzen de mate waarin prijsbewegingen in het ene activum gelijkenis vertonen met die van prijsbewegingen in het andere activum. Een correlatiecoëfficiënt tussen ruwe olie en aardgas van 0,25 geeft aan dat een verandering in de olieprijs verantwoordelijk kan zijn voor 25% van de verandering in de aardgasprijs (gemiddeld gedurende de onderzoeksperiode). Correlatie is geen oorzaak-gevolg-indicator; het geeft eerder alleen aan hoeveel gelijkenis (stijging en daling samen) er bestaat tussen de prijspatronen van de twee activa. We kunnen de volgende informatie uit de bovenstaande tabel zien:
Tussen 2003 en 2008 was er een duidelijke positieve correlatie tussen de twee producten, variërend van 0,25 tot> 0,65. De positieve relatie bereikte een hoogtepunt in het tweede kwartaal (Q2) van 2004 en de Q2 en Q3 van 2005, terwijl er gedurende elk kwartaal van 2008 een relatief sterke band was. De gegevens laten echter zeer weinig correlatie zien tussen 2009 en 2020, afgezien van onregelmatige kwartalen.
Grondbeginselen achter veranderende correlatie
Revolutionaire hydraulische fracturering en horizontale boortechnieken die de schalieproductie in de Verenigde Statenaanzienlijk hebben verhoogd, vormeneen mogelijke verklaring voor de ontkoppeling van de prijzen voor ruwe olie en aardgas in het afgelopen decennium. Omdat aardgas een regionaal product is en olie een mondiaal product, heeft de toegenomen binnenlandse productie de prijs van de grondstof verlaagd ten opzichte van de olieprijs.
Er zouden echter weer sterkere periodes van correlatie kunnen ontstaan omdat olie en aardgas elkaar nauw vervangen. Eindgebruikers kunnen nu schakelen tussen brandstoffen. Een bedrijf kan bijvoorbeeld een energiecentrale gebruiken die kan schakelen tussen olie en aardgas, of een consument kan een voertuig met dubbele aandrijving gebruiken. Als de prijs van de ene energiebron aanzienlijk stijgt, hebben consumenten de keuze om een andere te gebruiken. Dit verhoogt de vraag naar de tweede energiebron, en de prijs stijgt dan.
De bovenstaande observaties suggereren dat olie de dominante factor is geweest in elk waargenomen verband tussen de prijs van ruwe olie en aardgas (met andere woorden, olieprijzen hebben een grotere neiging om de aardgasprijzen te beïnvloeden dan andersom).
Het komt neer op
Op basis van de prijspatronen die de afgelopen tien jaar zijn waargenomen, is het moeilijk om definitieve conclusies te trekken over de correlatie tussen de prijzen van ruwe olie en aardgas. De Verenigde Staten zijn een van de weinige landen die een evenwichtige infrastructuur en gevestigde markt voor zowel olie als aardgas lijken te hebben. Aangezien de rest van de wereldmarkten echter meer afhankelijk zijn van olie, blijft de werkelijke relatie tussen olie en gas onduidelijk, met indicaties die neigen naar olie als de drijvende factor.