SIT (Sloveense Tolar)
Wat was de Sloveense Tolar (SIT)?
SIT was de afkorting van de Sloveensetolar, de officiële munteenheid van Slovenië van oktober 1991 tot december 2006. Slovenië tradin mei 2004 toetot de Europese Unie (EU) en in januari 2007 heeft het land de euro als wettig betaalmiddelaangenomen.
Belangrijkste leerpunten
- Detolar was de nationale munteenheid van Slovenië vanaf zijn onafhankelijkheid in 1991 tot en met 2006.
- In 2007 schakelde Slovenië over op de euro als onderdeel van zijn verantwoordelijkheden als lid van de Europese Unie.
- Hoeweltolar niet meer in omloop wordt ingewisseld, kunnen oude bankbiljetten worden ingewisseld voor euro’s bij de Bank van Slovenië.
Inzicht in de Sloveense Tolar
Een Sloveense tolar bestond uit 100stotinov. Er werden verschillende maatwoorden gebruikt om te verwijzen naar verschillende bedragen van de valuta.2 SIT werden bijvoorbeeld 2tolarja genoemd, terwijl vijf of meer SITtolarjev wordt genoemd.
Nadat Slovenië zich in 1991 onafhankelijk had verklaard van Joegoslavië (destijds een protectoraat van de Sovjet-Unie), werd de tolar geïntroduceerd als de munteenheid van het land. Het verving de Joegoslavischedinar op pari. In 1991 gaf de Bank van Slovenië bankbiljetten uit die als een tijdelijke munteenheid in omloop waren, en de eerste bankbiljetten van detolar kwamen in september in omloop.
Toen Sloveniëin januari 2007toetrad tot de Europese Monetaire Unie, werd detolar vervangen door de euro tegen een koers van 239,64 tegen 1. Denominaties van detolar kwamen in munten en bankbiljetten.Tolar- biljetten, die niet meer in omloop worden gebruikt, kunnen nog steeds voor euro’s worden ingewisseld bij de Bank van Slovenië.
In 2019 registreerde Slovenië volgens gegevens van de Wereldbank een bbp-groei van 3,18% en een inflatie van 1,63%.5
De Tolar naar de Euro
Voordat Slovenië tot de EU kon toetreden, moest het voldoen aan “convergentiecriteria”, ook wel bekend als de ” criteria van Maastricht “, waaronder het handhaven van een stabiele wisselkoers en een lage en stabiele rente. Om de overgang van detolar naar de euro te helpen en onredelijke prijsstijgingen te voorkomen, werden de prijzen van goederen in Slovenië tussen maart 2006 en juni 2007 in beide valuta’s weergegeven.
De euro is de officiële munteenheid voor 19 van de 27 EU-lidstaten. Denominaties van de euro omvatten bankbiljetten voor 5, 10, 20, 50, 100, 200 en 500 euro, evenals munten van 1, 2, 5, 10, 20 en 50 cent, en munten van 1 en 2 euro. De invoering van één munt maakt een einde aan fluctuerende wisselkoersen en wisselkoerskosten, en vereenvoudigt de handel tussen landen.
De Europese Centrale Bank (ECB), evenals de centrale banken van individuele lidstaten, houden toezicht op de euro. De ECB, die streeft naar prijsstabiliteit, houdt toezicht op het monetaire beleid en stelt de rentetarieven in de regio vast.