Klein minus groot (SMB)
Wat betekent klein min groot?
Klein min groot (SMB) is een van de drie factoren in het Fama / Franse aandelenprijsmodel. Samen met andere factoren wordt SMB gebruikt om portefeuillerendementen te verklaren. Deze factor wordt ook wel het ” kleine firma-effect ” of het “grootte-effect” genoemd, waarbij de grootte is gebaseerd op de marktkapitalisatie van een bedrijf.
Belangrijkste leerpunten
- Small minus big (SMB) is een factor in het Fama / Franse aandelenprijsmodel dat zegt dat kleinere bedrijven op de lange termijn beter presteren dan grotere.
- Hoog min laag (HML) is een andere factor in het model dat zegt dat waardeaandelen over het algemeen beter presteren dan groeiaandelen.
- Naast de oorspronkelijke drie factoren in het Fama / Franse model – de SMB, HML en marktfactoren – is het model uitgebreid met andere factoren, zoals momentum, kwaliteit en lage volatiliteit.
Small Minus Big (SMB) begrijpen
Klein min groot is het extra rendement dat bedrijven met een kleinere marktkapitalisatie opleveren ten opzichte van grotere bedrijven. Het Fama / French Three-Factor Model is een uitbreiding van het Capital Asset Pricing Model (CAPM). CAPM is een eenfactormodel, en die factor is de prestatie van de markt als geheel. Deze factor staat bekend als de marktfactor. CAPM verklaart het rendement van een portefeuille in termen van het risico dat het bevat in verhouding tot de markt. Met andere woorden, volgens CAPM is de belangrijkste verklaring voor de prestatie van een portefeuille de prestatie van de markt als geheel.
Het Fama / Three-Factor-model voegt twee factoren toe aan CAPM. Het model zegt in wezen dat er naast de marktprestaties nog twee andere factoren zijn die consequent bijdragen aan de prestaties van een portefeuille. Een daarvan is het MKB, waar als een portefeuille meer small-capbedrijven bevat, het op de lange termijn beter zou moeten presteren dan de markt.
Klein minus groot (SMB) vs. hoog minus laag (HML)
De derde factor in het Three-Factor-model is High Minus Low (HML). “Hoog” verwijst naar bedrijven met een hoge boekwaarde-marktwaardeverhouding. “Laag” verwijst naar bedrijven met een lage verhouding tussen boekwaarde en marktwaarde. Deze factor wordt ook wel de “waardefactor” of de “waarde versus groeifactor” genoemd, omdat bedrijven met een hoge book-to-market-ratio doorgaans als ” waardeaandelen ” worden beschouwd.
Bedrijven met een lage marktwaarde tot boekwaarde zijn doorgaans ‘groeiaandelen’. En onderzoek heeft aangetoond dat waardeaandelen op de lange termijn beter presteren dan groeiaandelen. Dus op de lange termijn zou een portefeuille met een groot deel van de waardeaandelen het beter moeten doen dan een portefeuille met een groot deel van de groeiaandelen.
Speciale overwegingen
Het Fama / Franse model kan worden gebruikt om het rendement van een portefeuillebeheerder te evalueren. Als de prestatie van de portefeuille kan worden toegeschreven aan de drie factoren, heeft de portefeuillebeheerder in wezen geen waarde toegevoegd of enige vaardigheid getoond.
Dit komt omdat als de drie factoren de prestatie van de portefeuille volledig kunnen verklaren, geen van de prestaties kan worden toegeschreven aan het vermogen van de manager. Een goede portefeuillemanager zou aan een prestatie moeten bijdragen door goede aandelen te kiezen. Deze outperformance wordt ook wel ” alpha ” genoemd.
Onderzoekers hebben het Three-Factor-model de afgelopen jaren uitgebreid met andere factoren. Deze omvatten onder meer “momentum”, “kwaliteit” en “lage vluchtigheid”.