Aanvoercurve
Wat is een aanbodcurve?
De aanbodcurve is een grafische weergave van de correlatie tussen de kosten van een goed of dienst en de geleverde hoeveelheid voor een bepaalde periode. In een typische illustratie verschijnt de prijs op de linker verticale as, terwijl de geleverde hoeveelheid op de horizontale as verschijnt.
Belangrijkste leerpunten
- Op de meeste aanbodcurves, naarmate de prijs van een goed stijgt, neemt de hoeveelheid aanbod toe.
- Aanbodcurves kunnen vaak aangeven of een grondstof een prijsstijging of -daling zal ondergaan op basis van de vraag, en vice versa.
- De aanbodcurve is ondieper (dichter bij horizontaal) voor producten met meer elastische aanvoer en steiler (dichter bij verticaal) voor producten met minder elastische aanvoer.
Hoe een aanbodcurve werkt
De aanbodcurve zal van links naar rechts omhoog gaan, wat de wet van het aanbod uitdrukt : naarmate de prijs van een bepaald product stijgt, neemt de geleverde hoeveelheid toe (al het andere is gelijk).
Merk op dat deze formulering impliceert dat prijs de onafhankelijke variabele is en hoeveelheid de afhankelijke variabele. In de meeste disciplines verschijnt de onafhankelijke variabele op de horizontale of x-as, maar economie vormt een uitzondering op deze regel.
Als een factor naast prijs of hoeveelheid verandert, moet een nieuwe aanbodcurve worden getekend. Stel bijvoorbeeld dat er een aantal nieuwe sojaboeren op de markt komen, die bossen kappen en de hoeveelheid land voor de sojateelt vergroten. In dit scenario zullen er meer sojabonen worden geproduceerd, zelfs als de prijs gelijk blijft, wat betekent dat de aanbodcurve zelf naar rechts verschuift (S 2 ) in de onderstaande grafiek. Met andere woorden: het aanbod zal toenemen.
Technologie is een belangrijke oorzaak van verschuivingen in de aanbodcurve.
Ook andere factoren kunnen de aanbodcurve verschuiven, zoals een verandering in de productieprijs. Als de waterprijzen door droogte stijgen, verschuift de curve naar links (S 3 ). Als de prijs van een vervangingsmiddel – vanuit het perspectief van de leverancier – zoals maïs stijgt, zullen boeren in plaats daarvan overschakelen op de teelt ervan en zal het aanbod van sojabonen afnemen (S 3).
Als een nieuwe technologie, zoals een ongediertebestendig zaad, de opbrengst verhoogt, verschuift de aanbodcurve naar rechts (S 2 ). Als de toekomstige prijs van sojabonen hoger is dan de huidige prijs, zal het aanbod tijdelijk naar links verschuiven (S 3 ), aangezien producenten een prikkel hebben om te wachten met verkopen.
Supply Curve Voorbeeld
Als de prijs van sojabonen stijgt, zullen boeren een prikkel hebben om minder maïs en meer sojabonen te planten, en zal de totale hoeveelheid sojabonen op de markt toenemen.
De mate waarin stijgende prijs zich vertaalt in stijgende hoeveelheid, wordt aanbodelasticiteit of prijselasticiteit van het aanbod genoemd. Als een stijging van de sojaprijzen met 50% ervoor zorgt dat het aantal geproduceerde sojabonen met 50% stijgt, is de aanbodelasticiteit van sojabonen 1.
Als daarentegen een stijging van de sojaprijzen met 50% de geleverde hoeveelheid slechts met 10 procent doet toenemen, is de aanbodelasticiteit 0,2. De aanbodcurve is ondieper (dichter bij horizontaal) voor producten met meer elastische aanvoer en steiler (dichter bij verticaal) voor producten met minder elastische aanvoer.
Speciale overwegingen
De terminologie rond het aanbod kan verwarrend zijn. “Hoeveelheid” of “geleverde hoeveelheid” verwijst naar de hoeveelheid van het goed of de dienst, zoals tonnen sojabonen, bushels tomaten, beschikbare hotelkamers of arbeidsuren. In het dagelijkse gebruik zou dit de “levering” kunnen worden genoemd, maar in de economische theorie verwijst “levering” naar de hierboven getoonde curve, die de relatie aangeeft tussen de geleverde hoeveelheid en de prijs per eenheid.
Andere factoren kunnen ook veranderingen in de aanbodcurve veroorzaken, zoals technologie. Elke vooruitgang die de productie verhoogt en deze efficiënter maakt, kan een verschuiving naar rechts in de aanbodcurve veroorzaken. Evenzo kunnen marktverwachtingen en het aantal verkopers (of concurrentie) de curve beïnvloeden.