Een black-out
Wat is een black-outperiode?
Een black-outperiode is een beleid of regel die een tijdsinterval instelt waarin bepaalde acties worden beperkt of geweigerd. Het wordt meestal gebruikt om te voorkomen dat insiders van bedrijven aandelen verhandelen op basis van voorkennis.
Pensioenplannen van bedrijven kunnen ook een black-outperiode hebben waarin beleggers in het plan hun planopties niet kunnen wijzigen.
Belangrijkste leerpunten
- Een black-outperiode is een tijdelijk interval waarin de toegang tot bepaalde acties wordt beperkt of geweigerd.
- Het primaire doel van black-outperioden in beursgenoteerde bedrijven is het voorkomen van handel met voorkennis.
- Een black-outperiode voor een pensioenplan van een werknemer verhindert tijdelijk dat deelnemers hun plannen wijzigen.
Inzicht in black-outperioden
In bepaalde contracten, polissen of activiteiten kunnen black-outperioden worden opgelegd. Een mediabedrijf kan bijvoorbeeld een black-out opleggen aan alle politieke advertenties gedurende de 24 uur voorafgaand aan een verkiezing, zodat een kandidaat geen beschuldiging kan uiten die niet kan worden gecontroleerd of weerlegd voordat de peilingen opengaan.
Het meest voorkomende gebruik van de black-outperiode beperkt echter financiële transacties op basis van voorkennis.
Black-outs in pensioenplannen
Incidentele black-outperioden komen vaak voor bij pensioenregelingen van werknemers. Tijdens de black-outperiode kunnen werknemers die in het pensioen- of investeringsplan van het bedrijf investeren, hun plannen niet wijzigen, zoals het wijzigen van de toewijzing van hun geld, en kunnen ze mogelijk geen opnames doen.
De duur van een black-out is niet wettelijk beperkt. Als de black-out naar verwachting langer dan drie dagen zal duren, moet dit aan de werknemers worden gemeld. De black-outperiode kan echter weken of zelfs maanden duren.
Een black-outperiode kan worden opgelegd omdat een plan wordt geherstructureerd of gewijzigd. Het geeft de fondsbeheerders de kans om het noodzakelijke onderhoud van hun fondsen uit te voeren, inclusief boekhouding en periodieke evaluatie. De black-outperiode voorkomt dat werknemers grote wijzigingen aanbrengen in hun investeringsopties op basis van informatie die binnenkort mogelijk achterhaald is. Directeuren en leidinggevenden mogen tijdens de black-out ook hun eigen bedrijfseffecten kopen of verkopen.
De Securities and Exchange Commission (SEC) stelt de regels op die werknemers beschermen tijdens black-outperiodes.
Black-outs bij aandelentransacties
Het primaire doel van black-outperioden in beursgenoteerde bedrijven is het voorkomen van handel met voorkennis. Sommige werknemers die voor beursgenoteerde bedrijven werken, kunnen onderhevig zijn aan black-outperioden omdat ze toegang hebben tot voorkennis over het bedrijf.
De SEC verbiedt werknemers, zelfs topfunctionarissen van het bedrijf, om te handelen op basis van bedrijfsinformatie die nog niet openbaar is gemaakt. Dat is de reden waarom beursgenoteerde bedrijven black-outperioden kunnen afdwingen wanneer insiders toegang hebben tot belangrijke informatie over het bedrijf, zoals de financiële prestaties.
Een bedrijf kan bijvoorbeeld elk kwartaal een black-outperiode opleggen gedurende een bepaald aantal dagen voordat een winstrapport wordt uitgebracht. Andere gebeurtenissen die een black-outperiode kunnen veroorzaken, zijn onder meer fusies en overnames (M&A), de op handen zijnde release van een nieuw product of zelfs de release van een beursintroductie (IPO). In elk geval zou voorkennis de werknemer een oneerlijk voordeel opleveren.
Black-outs in de financiële sector
Sinds 2003 zijn IPO’s voordat ze beginnen met handelen op de open markt en tot 40 dagen daarna. In dit geval is de black-outregel bedoeld om te voorkomen dat financiële analisten een geheime marketingrol vervullen bij de beursgang.
Voorbeeld van een black-outperiode
Als een bedrijf dat toezicht houdt op een pensioenfonds, van de ene fondsbeheerder naar de andere bij een andere bank overschakelt, zou het proces een black-outperiode veroorzaken. De black-out zou het bedrijf de tijd geven om over te stappen van de ene fondsbeheerder naar de andere, terwijl de impact op werknemers die afhankelijk zijn van hun pensioenbijdragen tot een minimum wordt beperkt.