Oil Pollution Act van 1990
Wat is de Oil Pollution Act van 1990
Het Amerikaanse Congres heeft de Oil Pollution Act van 1990 (OPA) aangenomen om de bevoegdheid van de Environmental Protection Agency (EPA) om olielozingen te voorkomen, te stroomlijnen en te versterken. Het werd aangenomen als een wijziging van de Clean Water Act van 1972 na de olievlek van Exxon Valdez in 1989. De Oil Pollution Act van 1990 is een van de meest verreikende en kritieke milieuwetgeving die ooit is aangenomen.
Belangrijkste leerpunten
- De Oil Pollution Act van 1990 breidde de macht van federale agentschappen uit om massale olielozingen te voorkomen en te bestraffen.
- Het werd aangenomen door het Amerikaanse Congres als reactie op de olieramp in Exxon Valdez in 1989.
- De wet werd aangenomen als een wijziging van de Clean Water Act van 1972.
Inzicht in de Oil Pollution Act van 1990
De Oil Pollution Act was bedoeld om een alomvattend federaal kader vast te stellen dat toekomstige lekkages zou voorkomen en schoonmaakprocedures zou ontwikkelen in geval van een lekkage-gerelateerde noodsituatie. De primaire handhaving en administratie van de wet zijn door de US Coast Guard en de US Environmental Protection Agency (EPA).
Voordat de OPA werd aangenomen, was de federale vervuilingswetgeving een ondoelmatig web van zwakke handhaving en onvoldoende aansprakelijkheid voor vervuilers. De OPA probeerde dit probleem op te lossen door strengere normen vast te stellen voor het vervoer van olie over zee:
- Nieuwe eisen voor de constructie van schepen en opleiding van personeel.
- Vereisten voor noodplanning.
- Verbeterde federale responscapaciteit.
- Verbrede handhavingsautoriteit.
- Verhoogde straffen voor vervuilers.
- Verdere onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s voor opruim- en opslagtechnologie.
- Verhoogde potentiële verplichtingen.
- Verhoogde eisen inzake financiële verantwoordelijkheid.
Aansprakelijkheid onder de OPA
Een primaire nadruk van de OPA is de aansprakelijkheid, financieel en anderszins, die de wet oplegt aan elke partij die verantwoordelijk wordt geacht voor een destructieve olielekkage. Elk bedrijf dat als verantwoordelijke partij wordt aangemerkt, is onderworpen aan vrijwel onbeperkte opruimingskosten. Elke eiser die vergoeding van opruimingskosten wenst, moet dit echter eerst rechtstreeks bij de schuldige partij aanvragen. Als de verantwoordelijke partij weigert, kan een eiser gerechtelijke stappen ondernemen tegen het bedrijf of deze rechtstreeks aanvragen bij een federaal opgericht Oil Spill Liability Trust Fund.
De oprichting van het Liability Trust Fund vond plaats in 1986, vóór het Valdez-incident. Het werd opgericht om saneringsinspanningen en schade-inschattingen te financieren en om niet-vervulde privéaansprakelijkheid van een verantwoordelijke partij te dekken. De trust wordt gefinancierd door een belasting, zowel op de binnenlandse productie als op de invoer van aardolieproducten .