Sub-activaklasse
Wat is een sub-activaklasse?
Een sub-activaklasse is een subsegment van een brede activaklasse die is opgesplitst om meer identificatie of meer gedetailleerde details van de activa binnen de subklasse te bieden. Subactivaklassen zijn gegroepeerd op basis van gemeenschappelijke kenmerken en vertonen ook kenmerken van de brede activaklasse.
Aandelen zijn een activaklasse en investeringsfondsen zijn een voorbeeld van een subactivaklasse. Ze worden op dezelfde manier verhandeld als aandelen, maar hebben een aantal andere kenmerken. Grondstoffen vormen een activaklasse, terwijl metalen en landbouwgrondstoffen elk afzonderlijke subactivaklassen vormen.
Inzicht in de sub-activaklasse
Sub-activaklassen worden doorgaans bepaald door bepaalde kenmerken die ze uniek maken binnen het grotere universum van de activaklasse. Ze worden meestal gebruikt om brede activaklassen op de markt op te splitsen, zoals aandelen, vastrentende waarden en grondstoffen.
Subactivaklassen kunnen een belangrijk aspect zijn voor stijlbeleggen en standaardstrategieën voor beleggingsbeheer, die berusten op diversificatie en moderne portefeuilletheorie. Door activaklassen in een portefeuille te diversifiëren, wordt de blootstelling aan risico’s in evenwicht gehouden en wordt de volatiliteit van de totale portefeuille verminderd. Subactivaklassen helpen om gebieden te identificeren waar de portefeuille kan worden gediversifieerd.
Als u bijvoorbeeld een willekeurig aantal aandelen koopt, hoeft u niet per se een gediversifieerde portefeuille te creëren. Door aandelen te kopen in verschillende activaklassen, subactivaklassen, bedrijfstakken en sectoren, ontstaat een meer gediversifieerde portefeuille.
Belangrijkste leerpunten
- Een sub-activaklasse is een groep activa die vergelijkbare kenmerken met elkaar gemeen hebben, maar ook de bredere activaklasse.
- Het is belangrijk om naar het subactiva-niveau te kijken als u een gediversifieerde portefeuille wilt opbouwen.
- Aandelen, vastrentende waarden en grondstoffen zijn veel voorkomende activaklassen die allemaal subactivaklassen bevatten.
Aandelensubactiva
Binnen het aandelenuniversum hebben talrijke beleggingen unieke kenmerken die een indeling in sub-activaklassen mogelijk maken. Real Estate Investment Trusts (REIT’s) en Master Limited Partnerships (MLP’s) zijn twee voorbeelden. Deze beleggingen worden naast andere aandelen op de aandelenmarkt verhandeld, maar ze hebben unieke kenmerken die verband houden met hun oprichting, waardoor ze worden gedefinieerd als een sub-activaklasse voor aandelen.
Andere eigenvermogenskenmerken kunnen ook worden gebruikt om subactivaklassen te definiëren. Kapitalisatie maakt subactivaklassen mogelijk, zoals large cap, mid cap of small cap. Aandelen kunnen ook verder worden afgebakend door kenmerken zoals groei, waarde of blend.
Vast inkomen
Binnen het vastrentende universum bestaan er een aantal sub-activaklassen voor beleggers. Contanten, leningen en obligaties zijn enkele voorbeelden. Elk heeft vastrentende kenmerken met hun eigen unieke beleggingskenmerken.
Subactivaklassen van vastrentende waarden kunnen ook worden gegroepeerd op duur en kwaliteit. De duur kan kort, gemiddeld of lang zijn. Kredietkwaliteitssubactiva voor vastrentende beleggingen kunnen ook worden bepaald aan de hand van hun kredietrating, die wordt verstrekt door een ratingbureau.
Grondstoffen
Grondstoffen bieden een reeks sub-activaklassen die metalen, olie en gas kunnen omvatten, maar ook granen en andere soorten landbouwproducten. Hoewel dit allemaal grondstoffen worden genoemd, zijn deze subactivaklassen heel verschillend. Metalen worden gewonnen, terwijl landbouwproducten worden verbouwd of verbouwd.
Voorbeeld van het gebruik van sub-activaklassen bij beleggen
Subactivaklassen kunnen belangrijk zijn om gericht te beleggen of om een gediversifieerde portefeuille op te bouwen. Door specifieke kenmerken van sub-activaklassen te bepalen, kunnen beleggers gericht beleggen over risiconiveaus heen.
Een 60/40 asset-allocatiefonds kan bijvoorbeeld zijn strategie bepalen door 60% van de activa in aandelen en 40% in schulden te beleggen. Hoewel dit een evenwichtige portefeuille is, hebben de vermogensbeheerders nog steeds een breed scala aan sub-activaklassen waaruit ze voor elk deel kunnen kiezen.
Ze kunnen verder besluiten om 50% van hun aandelenaankopen in groei-investeringen te steken en de andere 50% in waarde-investeringen. Ze kunnen ook bepalen dat alle aandeleninvesteringen in een grootte van ten minste midcap of groter moeten zijn.
Voor de obligatiecomponent kunnen ze beslissen om 20% in contanten of kasequivalenten zoals depositocertificaten (CD’s) te investeren. Ze kunnen 35% in kortlopend handelspapier plaatsen, 25% in staats- en gemeentelijke obligaties en de resterende 10% in hoogwaardige bedrijfsobligaties.
Deze percentages zouden nog verder kunnen worden uitgesplitst. De 25% (van de 40% van de portefeuille die is toegewezen aan overheidsschulden en gemeentelijke schulden) zou bijvoorbeeld 10% langlopende schatkisten, 10% kortlopende staatsobligaties en 2,5% van zowel kortlopende als langlopende gemeentelijke schulden kunnen zijn. obligaties.
Beleggers kunnen hun eigen ideale strategie voor activaspreiding bepalen of de hulp van een financieel adviseur inroepen.