Welke rol spelen SPV’s of SPE’s in publiek-private partnerschappen?
Een Special Purpose Entity (of een Special Purpose Vehicle ) is een juridische entiteit die is opgericht om een actief, dochteronderneming of financiële transactie te scheiden van een grotere onderneming of overheidsinstantie.
Een Special Purpose Vehicle (SPV) wordt doorgaans gemaakt voor een beperkte taak om risico’s met een transactie of een activum te helpen isoleren. Er kan bijvoorbeeld een SPV worden opgericht voor een dochteronderneming van een grotere onderneming. De balans van de SPV staat los van de grotere entiteit, die kan helpen bij het volgen van inkomsten, uitgaven en schulden voor de SPV. Voor samenwerkingsverbanden kan ook een special purpose entity worden opgericht, zoals een publiek-private samenwerking (pps).
Belangrijkste leerpunten
- Special purpose vehicles zijn juridische entiteiten die een financiële regeling of project scheiden van een grotere onderneming of overheidsentiteit.
- Publiek-private partnerschappen zijn samenwerkingsverbanden tussen een overheidsinstantie en een particulier bedrijf.
- Een SPV kan lokale overheden helpen projecten sneller af te ronden, aangezien het particuliere bedrijf mogelijk over de nodige middelen beschikt om het project te voltooien.
- Omdat het financieren van infrastructuurprojecten kostbaar kan zijn, stelt een partnerschap het privébedrijf in staat om te delen in de kosten en opbrengsten.
Hoe een voertuig voor speciale doeleinden werkt
Aangezien voertuigen voor speciale doeleinden fungeren als dochterondernemingen voor grotere moederorganisaties, worden ze doorgaans gebruikt om nieuwe activiteiten tegen gunstige voorwaarden te financieren. De SPV kan kapitaal aantrekken zonder de schulden of andere verplichtingen van de moederorganisatie te dragen, ook al wordt de dochteronderneming vaak door dezelfde personen beheerd en dient zij doeleinden die ten goede komen aan de moederorganisatie.
Hoewel SPV’s eigen medewerkers kunnen hebben en tastbare bedrijfsactiviteiten kunnen uitvoeren, zijn de entiteiten in de eerste plaats een instrument buiten de balans. De buitenbalansstatus betekent dat bedrijven het algemene raamwerk van activa en passiva van de SPV kunnen wijzigen zonder dat die wijzigingen worden overgedragen naar de jaarrekening van de primaire onderneming.
De SPV zorgt voor een betere financiering en een grotere mate van operationele controle voor de privéagent. Aangezien elke SPV kan variëren op basis van de juridische en financiële overeenkomsten die zijn opgericht, is zijn specifieke rol vaak uniek voor het partnerschap tussen het moederbedrijf of een andere entiteit.
Publiek-private partnerschappen
Een publiek-privaat partnerschap is een contractuele afspraak of samenwerking tussen een publieke of overheidsinstantie en een particulier bedrijf. Er worden publiek-private partnerschappen gevormd om te helpen bij grote openbare projecten, zoals infrastructuur, openbaar vervoer, congrescentra en parken.
Een publiek-privaat partnerschap kan een lokale overheid helpen om een project sneller af te ronden, aangezien het particuliere bedrijf mogelijk over apparatuur en middelen beschikt die nodig zijn om het project te voltooien. Bovendien kan het financieren van infrastructuurprojecten kostbaar zijn, en door een partnerschap kan het particuliere bedrijf in de kosten delen, wat de overheid kan helpen geld te besparen. Vaak kan een particulier bedrijf kostenefficiënter en effectiever zijn in het leveren van de noodzakelijke producten en diensten. In ruil daarvoor verdient het particuliere bedrijf inkomsten van de overheid of een deel van de inkomsten die uit het project worden gegenereerd.
Voordelen van SPV’s in een privaat-publiek partnerschap
Veel private partners in een publiek-private samenwerking vragen om een special purpose vehicle als onderdeel van de regeling. Dit geldt met name voor kapitaalintensieve inspanningen, zoals een infrastructuurproject. Het privébedrijf wil misschien niet te veel financiële risico’s aangaan, dus wordt er een SPV opgericht om een deel van de risico’s op te vangen.
Er is geen uniforme operationele rol of juridisch ontwerp voor het gebruik van SPV’s in een PPP; de bijzonderheden variëren afhankelijk van de afspraken van de actoren en stakeholders in het project. Elke SPV moet echter worden opgericht in overeenstemming met de juiste wettelijke en boekhoudkundige regels in het rechtsgebied.
SPV’s en wanbetalingsrisico
De meeste openbare projecten zijn afhankelijk van de steun van commerciële banken of andere financiële instellingen. Meestal vertegenwoordigt de SPV de financieringsvleugel en wordt deze gebruikt om geld aan te trekken van andere geldschieters en investeerders. Deze regeling beschermt de overheidsinstantie en alle financierende partijen tegen direct tegenpartijrisico. In het geval van financiering zonder verhaal zijn de enige geldige aanspraken van de geldschieter beperkt tot projectactiva in het geval van niet-voltooiing of wanbetaling, dat wil zeggen niet-betaling van de lening.
SPV’s en financiële flexibiliteit
De balans of financiële transacties van de SPV hebben op hun beurt geen invloed op de balansen van de besloten vennootschap of de overheidsinstantie. Hierdoor kan de overheidsinstantie de schulden en verplichtingen van het project buiten de eigen balans houden, waardoor er meer fiscale ruimte overblijft voor andere publieke verplichtingen.
De extra budgettaire bestedingscapaciteit kan ertoe bijdragen dat de kredietwaardigheid van staatsobligaties stijgt. Staatsobligaties zijn schuldbewijzen die worden uitgegeven om fondsen te werven voor projecten en investeringen. Alle obligaties hebben een toegewezen kredietrating die wordt uitgegeven door kredietbeoordelaars, zoals Standard & Poor’s (S&P). De ratings zijn een numerieke waarde die de kans op wanbetaling door de overheid die de obligatie uitgeeft weergeeft. Overheidsobligaties worden doorgaans beschouwd als beleggingen met een laag risico, aangezien ze worden gedekt of gegarandeerd door de overheid.
De SPV in een publiek-privaat partnerschap kan een overheid helpen om financiële en fiscale flexibiliteit te behouden, waardoor ze obligaties kan uitgeven als dat nodig is voor andere projecten. Ook kan een betere kredietwaardigheid leiden tot een lagere rente op alle uitstaande obligaties, wat overheden kan helpen om hun uitgaven of de kosten voor het aflossen van schulden laag te houden.