Waren door onderpand gedekte schuldverplichtingen verantwoordelijk voor de financiële crisis?
De Grote Recessie was de periode die werd gekenmerkt door een scherpe daling van de economische activiteit tijdens de late jaren 2000. De Grote Recessie begon in 2007 toen de Amerikaanse huizenmarkt van hoog tot laag ging en grote hoeveelheden door hypotheek gedekte effecten (MBS’en ) en derivaten aanzienlijk aan waarde verloren.
Wat is een CDO?
Een schuldverplichting met onderpand (CDO) is een soort financieel instrument dat investeerders betaalt uit een pool van inkomstengenererende bronnen. Een manier om je een CDO voor te stellen, is een doos waarin maandelijkse betalingen van meerdere hypotheken worden gedaan. Het is gewoonlijk verdeeld in drie tranches, die elk verschillende risiconiveaus vertegenwoordigen.
Belangrijkste leerpunten
- CDO’s waren een belangrijke oorzaak van de Grote Recessie, maar niet de enige oorzaak.
- Een CDO is een financieel instrument dat investeerders betaalt uit een pool van inkomstengenererende bronnen.
- Een daling van de waarde van de onderliggende grondstoffen van CDO, voornamelijk hypotheken, veroorzaakte financiële verwoesting tijdens de financiële crisis.
- CDO’s betalen meer dan T-Bills en zijn een aantrekkelijke investering voor institutionele beleggers.
- CDO’s verspreidden zich via de schaduwbankwereld in de jaren voorafgaand aan de Grote Recessie.
- Tijdens de Grote Recessie stortten de markten voor gedekte schulden in toen miljoenen huiseigenaren hun hypotheekleningen in gebreke bleven.
Inzicht in de rol van CDO’s in de grote recessie
Hoewel CDO’s een leidende rol speelden in de Grote Recessie, waren ze niet de enige oorzaak van de verstoring, noch waren ze het enige exotische financiële instrument dat op dat moment werd gebruikt.
CDO’s zijn van nature riskant en de waardedaling van hun onderliggende grondstoffen, voornamelijk hypotheken, heeft tijdens de financiële crisis voor velen geleid tot aanzienlijke verliezen. Terwijl leners hun hypotheek afbetalen, wordt de doos gevuld met contant geld. Zodra een drempel is bereikt, zoals 60% van de maandverplichting, mogen bottom-tranchbeleggers hun aandelen intrekken.
Toezeggingsniveaus zoals 80% of 90% kunnen de drempels zijn voor investeerders in hogere tranches om hun aandelen in te trekken. Beleggen in CDO’s in de onderste tranches is aantrekkelijk voor institutionele beleggers omdat het instrument betaalt tegen een tarief dat hoger is dan T-Bills, ondanks dat het als vrijwel risicoloos wordt beschouwd.
De faillissementswet van 2007 hervormde het persoonlijk faillissement en verhoogde de kosten, waardoor insolvente huiseigenaren geen verhaal meer hadden als ze niet in staat waren om hun hypotheek te betalen.
Wat ging er mis?
In de jaren voorafgaand aan de crisis van 2007-2008 verspreidden CDO’s zich in wat soms de schaduwbankwereld wordt genoemd. Schaduwbanken vergemakkelijken het creëren van krediet in het hele wereldwijde financiële systeem, maar de leden zijn niet onderworpen aan regelgevend toezicht.
Het schaduwbanksysteem verwijst ook naar niet-gereguleerde activiteiten door gereguleerde instellingen. Hedgefondsen, niet-beursgenoteerde derivaten en andere niet-beursgenoteerde instrumenten zijn tussenpersonen die niet onderhevig zijn aan regelgeving. Kredietverzuimswaps zijn voorbeelden van niet-gereguleerde activiteiten door gereguleerde instellingen.
Naarmate de praktijk van het samenvoegen van activa en het splitsen van de risico’s die ze vertegenwoordigden, groeide en bloeide, werd de economie van CDO’s steeds uitgebreider en ijler. Een CDO-kwadraat bestond bijvoorbeeld uit de middelste tranches van meerdere reguliere CDO’s, die zijn samengevoegd om meer “risicovrije” investeringen te creëren voor banken, hedgefondsen en andere grote investeerders die op zoek zijn naar ballast.
De middelste tranches van deze investeringen zouden vervolgens kunnen worden gecombineerd tot een nog meer geabstraheerd instrument, een CDO-cubed genaamd. Op dat moment werden de opbrengsten die investeerders haalden driemaal verwijderd van de onderliggende grondstof, vaak woninghypotheken.
Hypotheken als onderliggende grondstof
De kracht van een CDO is ook zijn zwakte. Door het risico van schuldinstrumenten te combineren, maken CDO’s het mogelijk om risicovolle schulden te recyclen in obligaties met een AAA-rating die als veilig worden beschouwd voor pensioenbeleggingen en voor het voldoen aan reservekapitaalvereisten. Dit hielp om de uitgifte van subprime en soms ondermaatse hypotheken aan te moedigen aan leners die hun betalingen waarschijnlijk niet zouden nakomen.
Snel feit
CDO’s maken het mogelijk om risicovolle schulden te recyclen in obligaties met een AAA-rating die als veilig worden beschouwd voor pensioenbeleggingen en voor het voldoen aan reservekapitaalvereisten.
Dit alles culmineerde in de goedkeuring van de faillissementswet van 2007. Dit wetsvoorstel hervormde de praktijk van persoonlijk bankroet met het oog op het beperken van misbruik van het systeem. Het wetsvoorstel verhoogde ook de kosten van persoonlijk faillissement en liet insolvente huiseigenaren zonder verhaal achter wanneer ze niet in staat waren om hun hypotheken te betalen.
Wat volgde was een domino-achtige ineenstorting van het ingewikkelde netwerk van beloften dat de schuldmarkten met onderpand vormde. Omdat miljoenen huiseigenaren in gebreke bleven, bereikten CDO’s hun middelste en bovenste tranches niet, CDO-kwadraat en CDO-blokjes investeerders verloren geld op zogenaamde “risicovrije” investeringen.