Vergoedingen en uitgaven voor verworven fondsen (AFFE)
Wat zijn vergoedingen en kosten voor verworven fondsen (AFFE)?
Verworven fondsvergoedingen en kosten (AFFE) zijn een regel in een multi-manager of fund-of-funds (FOF) prospectus dat de bedrijfskosten van de onderliggende fondsen laat zien. Dit werd een vereiste vanaf januari 2007. Dit item is nu opgenomen in het vergoedingsschema van het fonds onder het kopje “vergoedingen en kosten” en in het prospectus.
Belangrijkste leerpunten
- Verworven fondsvergoedingen en -kosten (AFFE) laten beleggers van een dakfonds (FOF) begrijpen hoeveel ze aan beheervergoedingen betalen aan de portefeuillefondsen waarin de FOF belegt.
- AFFE verschijnt als een verplicht regelitem op het vergoedingsschema van het fonds en erkent de meer complexe en gelaagde vergoedingsstructuur die gepaard gaat met multi-managerbeleggingen.
- Een typische AFFE kan oplopen tot 10%, afhankelijk van de soorten fondsen en de bijbehorende vergoedingen die de FOF aanhoudt.
Inzicht in vergoedingen en uitgaven voor verworven fondsen
Verworven fondsvergoedingen en -kosten houden verband met opties voor meerdere beheerders en dakfondsen met complexere vergoedingsstructuren. Deze vergoedingen verhogen de totale jaarlijkse kosten van een fonds en omvatten beheervergoedingen die aan meerdere beheerders worden betaald.
Een fonds van fondsen (FOF) is een gepoold investeringsfonds zoals een beleggingsfonds of hedgefonds dat niet zijn eigen investeringen kiest. In plaats daarvan investeren deze FOF’s in andere beleggingsfondsen of hedgefondsen. Met andere woorden, zijn portefeuille bevat verschillende onderliggende portefeuilles van andere fondsen die worden beheerd door hun eigen portefeuillebeheerders. Deze holdings vervangen alle directe investeringen in activa zoals obligaties, aandelen en andere soorten effecten. Het fonds van fondsen (FOF) strategie is gericht op een brede bereiken diversificatie en passende asset allocatie met investeringen in diverse categorieën fonds die allemaal verpakt in een portfolio.
Een belegger die een FOF koopt, moet twee vergoedingen betalen. Net als bij een individueel fonds kan een FOF beheersvergoedingen en een prestatievergoeding in rekening brengen, hoewel de prestatievergoedingen doorgaans lager zijn dan bij individuele beleggingsfondsen, omdat het grootste deel van het beheer wordt gedelegeerd aan de subfondsen zelf.
SEC-verordening en openbaarmaking
In januari 2007 begon de Securities and Exchange Commission (SEC) met het invoeren van nieuwe bepalingen in de wetgeving op grond van sectie 12 (d) (1) van de wet van 1940 voor fondsen met meerdere beheerders. De SEC heeft ook haar registratieformulier herzien om aanvullende details over de uitgaven voor deze fondsen op te nemen. In het bijzonder vereisen registratieverklaringen nu dat fondsbeheerders “verworven fondsvergoedingen en -kosten” opnemen als een extra openbaarmakingsvereiste voor multi-managers, die moet worden opgenomen in het uitgebreide vergoedingsschema in het prospectus.
Vóór 2007 was fondsbeleggingen alleen toegestaan onder specifieke omstandigheden die waren goedgekeurd door de SEC. In de meeste gevallen zouden deze fondsbeleggingen een kostenratio van nul rapporteren. De openbaarmaking was misleidend en presenteerde dat er geen kosten waren en rapporteerde dat er operationele kosten zouden zijn gemaakt door de verschillende onderliggende fondsen in de portefeuille.
De nieuwe AFFE-vereisten voorzien nu in meer transparante openbaarmaking van de gecombineerde relaties en kosten die aandeelhouders maken. Het AFFE-regelitem wordt toegevoegd aan het vergoedingsschema van een fonds en komt bovenop de andere standaarduitgaven van een fonds. AFFE wordt opgericht als een alomvattende vergoeding die bestaat uit de individuele vergoedingen die de beleggingsadviseur aan de multi-managers wil betalen. AFFE kan variëren van 0,02% tot 10%, afhankelijk van de afspraken met individuele managers.
Voorbeeld: Neuberger Berman Absolute Return Multi-Manager Fund
Het Neuberger Berman Absolute Return Multi-Manager Fund biedt een voorbeeld van de vergoedingsstructurering in multi-managerfondsen. Het Fonds is een open-end beleggingsfonds dat Klasse A, Klasse C- en institutionele aandelen aanbiedt.
Voor het fonds zijn standaardvergoedingen van toepassing, met beheervergoedingen variërend van 1,92% tot 1,81% voor alle aandelenklassen. Voor de Klasse A- en Klasse C-aandelen worden distributievergoedingen in rekening gebracht tegen respectievelijk 0,25% en 1,00%, zonder distributievergoeding voor institutionele aandelen. De totale overige bedrijfskosten variëren van 1,04% tot 1,02%. Verworven fondsvergoedingen en -kosten ronden de laatste regel van de vergoedingskosten voor het fonds af, waarbij alle aandelenklassen een vergoeding van 0,05% betalen. De totale jaarlijkse uitgaven met ontheffingen variëren van 3,94% tot 2,83%.