Hoe synthetische ETF’s verschillen van fysieke ETF’s
Exchange Traded Funds ( ETF’s ) zijn een kostenefficiënte manier om toegang te krijgen tot een verscheidenheid aan beleggingsblootstellingen en zijn daarom enorm populair geworden bij beleggers. Om de vraag naar transparante, liquide en kosteneffectieve gediversifieerde beleggingsproducten bij te houden, zijn er in de loop der jaren nieuwe en geavanceerde versies van ETF’s ontwikkeld.
Met deze innovaties zijn ETF’s niet alleen talrijker en populairder geworden, maar ook complexer. Een van die innovaties is de synthetische ETF, die wordt gezien als een meer exotische versie van traditionele ETF’s.
Belangrijkste leerpunten
- In plaats van de onderliggende waarde te behouden van de index die hij moet volgen, volgt een synthetische ETF de index met behulp van andere soorten derivaten.
- Voor beleggers die de risico’s begrijpen, kan een synthetische ETF een zeer effectieve, kostenefficiënte tool voor het volgen van indexen zijn.
- Synthetische ETF’s kunnen fungeren als een toegangspoort voor beleggers om blootstelling te verwerven op moeilijk toegankelijke markten.
Wat is een synthetische ETF?
Synthetische ETF’s, voor het eerst geïntroduceerd in Europa in 2001, zijn een interessante variant van traditionele of fysieke ETF’s. Een synthetische ETF is ontworpen om het rendement van een geselecteerde index (bijv. S&P 500 of FTSE 100 ) te repliceren, net als elke andere ETF. Maar in plaats van de onderliggende effecten of activa aan te houden, gebruiken ze financiële engineering om de gewenste resultaten te bereiken.
Synthetische ETF’s gebruiken derivaten zoals swaps om de onderliggende index te volgen. De ETF-aanbieder gaat een deal aan met een tegenpartij (meestal een bank) en de tegenpartij belooft dat de swap de waarde teruggeeft van de respectieve benchmark die de ETF volgt. Synthetische ETF’s kunnen worden gekocht of verkocht als aandelen die vergelijkbaar zijn met traditionele ETF’s. In de onderstaande tabel worden fysieke en synthetische ETF-structuren vergeleken.
Risico en rendement
Synthetische ETF’s gebruiken swapcontracten om een overeenkomst aan te gaan met een of meer tegenpartijen die beloven het rendement op de index aan het fonds te betalen. Het rendement is dus afhankelijk van de vraag of de tegenpartij zijn toezegging kan nakomen. Dit stelt beleggers in synthetische ETF’s bloot aan tegenpartijrisico. Er zijn bepaalde voorschriften die de hoeveelheid tegenpartijrisico waaraan een fonds kan worden blootgesteld, beperken.
Volgens de Europese ICBE regels mag de blootstelling van een fonds aan tegenpartijen bijvoorbeeld niet meer bedragen dan 10% van de intrinsieke waarde van het fonds. Om aan dergelijke voorschriften te voldoen, sluiten ETF- portefeuillebeheerders vaak swapovereenkomsten die worden “gereset” zodra de blootstelling van de tegenpartij de vermelde limiet bereikt.
Het tegenpartijrisico kan verder worden beperkt doorde swapovereenkomsten te onderpanden en zelfs te veel te onderpand te geven. Regelgevende instanties eisen dat de tegenpartij onderpand stort om het tegenpartijrisico te beperken. In het geval dat de tegenpartij zijn verplichting niet nakomt, heeft de ETF-aanbieder aanspraak op het onderpand en wordt het belang van de beleggers dus niet geschaad. De beleggers zijn beter beschermd tegen verliezen in het geval een tegenpartij in gebreke blijft, wanneer er een hoger onderpandniveau is en meer frequentie van swapresets.
Hoewel er maatregelen worden genomen om het tegenpartijrisico te beperken (het is meer dan bij fysieke ETF’s), moeten beleggers worden gecompenseerd omdat ze eraan worden blootgesteld, zodat de aantrekkelijkheid van dergelijke fondsen intact blijft. De vergoeding komt in de vorm van lagere kosten en minder tracking-fouten.
Synthetische ETF’s zijn bijzonder effectief in het volgen van hun respectievelijke onderliggende indices en hebben doorgaans lagere trackingfouten, vooral in vergelijking met fysieke fondsen. De totale kostenratio ( TER ) is ook veel lager in het geval van synthetische ETF’s (sommige ETF’s hebben 0% TER’s geclaimd). Vergeleken met een synthetische ETF, maakt een fysieke ETF hogere transactiekosten vanwege het opnieuw in evenwicht brengen van de portefeuille en trackingfouten tussen de ETF en benchmarks.
Het komt neer op
Synthetische ETF’s zijn handig voor beleggers wanneer het onmogelijk of duur is om de onderliggende belegging op een andere manier te kopen, aan te houden en te verkopen. Het feit dat dergelijke ETF’s een tegenpartijrisico inhouden, kan echter niet worden genegeerd, en daarom moet de beloning hoog genoeg zijn om de genomen risico’s te beperken.